Oorlogseconomieën aan het werk
In oorlogen wordt de economie best niet uit het oog
verloren. De mate dat er een succesvolle oorlogseconomie in stand gehouden kan worden,
bepaalt in grote mate hoe lang een land het kan volhouden. Tijd om eens door die
bril te kijken naar de conflicten in Israël en tussen Rusland en Oekraïne.
Israël
Een van de meest snel economische reacties in oorlogstijden betreft
de wisselkoers. Na de bloedige terreurdaad van Hamas op 7 oktober nam de wisselkoers
een forse duik. Ondertussen is de shekel echter in grote mate hersteld.
De centrale bank heeft ondertussen al meer dan 30 miljard dollar aan reserves
verkocht om de munt te verdedigen. Op de derivatenmarkt is de prijs om je te
verzekeren tegen een Israëlisch faillissement door het plafond gegaan. Een
belangrijk element in een oorlogseconomie betreft steeds wat er met de
arbeidsmarkt gebeurt wanneer zovelen onder de wapens worden geroepen. Belangrijke
sectoren kunnen in de problemen komen bij een tekort aan arbeidskrachten.
Er werden meer dan 360.000 reservisten gemobiliseerd, of 8%
van de beroepsbevolking van het land - een grotere mobilisatie dan in de Yom
Kippur oorlog van 1973. Zoveel mensen die hun job verlaten kan niet anders dan
grote disruptie veroorzaken. Eén tiende van de werknemers in de technologiesectoren
zouden zijn opgeroepen. Die horen bij de meest productieve werknemers van het
land, net zoals anderen uit de industrie. De ultra-orthodoxe joden die een lage
werkzaamheid kennen, werden veel minder aangesproken om in dienst te treden. Veel
Palestijnen raken vandaag niet meer op hun plaats van tewerkstelling in Israël
of willen momenteel niet werken. En er was al weinig arbeidsreserve met een
werkloosheidsgraad van 3,2%. Het risico is dat kapitaal Israël nu verlaat
waardoor Israëlische troepen na het conflict minder jobs zullen vinden.
Daarnaast ondervindt de economie een schok zoals in corona
met restaurants en winkels die leeg ogen en toeristen die wegblijven. En de overheid geeft dan wel steun maar hoe langer het conflict duurt,
hoe hoger de druk van dit alles op de openbare financiën. En dan komt na de
oorlog de reconstructie nog…
Prominente industrieën kennen disrupties. 7000 Thaise
vluchtten uit het land omdat tientallen van hen bij de door Hamas vermoordde
groep hoorden. Veel landbouwactiviteiten worden momenteel rechtgehouden door (onder
andere universitaire) vrijwilligers. Israëlische economen schatten de
economische kost van deze oorlog snel zeven maal zwaarder in dan de Libanon
oorlog van 2006 en de strijd tegen Hamas in 2016.
De toerismesector goed voor 3% van het nationaal inkomen is natuurlijk
dramatisch getroffen. De “Bank of Israël” raamt dat de oorlog 600 miljoen
dollar per week kost alleen al door de arbeidskracht die uit de economie
verplaatst werd naar het leger.
De kost van de oorlogseconomie zorgt er mee voor
dat veel politici willen dat het leger voortvarend te werk gaat. Eind november
raamde de Israëlische centrale bank de kost van de oorlog tot nu toe op 53 miljard
dollar.
Er zijn traditioneel veel civiele organisaties die Israël bijstaan in tijden
van conflict.
De prijs van het conflict loopt ook op en zet het land zo zwaar onder druk dat
de vraag wordt gesteld, hoe lang Israël het kan volhouden. Er zijn ongeziene
ingrepen zoals het toewijzen van geld aan defensie-uitgaven die normaal naar de
ultra-orthodoxe gemeenschap gaan. Het is wel aannemelijk dat als het conflict
niet te lang duurt, de Israëlische economie ook snel weer kan herstellen.
Oekraine
Al na enkele maanden na het begin van de
Oekraïense oorlog werd de munt gedevalueerd. Onder meer door de ervaring
tijdens de pandemie en het uitrollen van digitaal werken toen konden banken
blijven functioneren. Aan het begin van de oorlog in Oekraïne hoorden we vooral
over de impact op de landbouwsector. Die kon haar graan bijvoorbeeld nauwelijks
exporteren door de sluiting van de haven in Odessa. Met Oekraïne als een megaproducent
van graan en andere landbouwproducten was er impact op de voedingsprijzen die
over heel de wereld werd gevoeld. Omdat
Oekraïne een immense land is werden ondertussen veel bedrijven herplaatst naar
veiligere gebieden. Terwijl begin 2022 nog 50% van bedrijven slechts aan halve capaciteit
draaiden is dat ondertussen verbeterd. Bedrijven worden enerzijds beter
beveiligd en anderszijds ontvangen ze overheidssteun. Ondertussen zijn wel 8%
van de woningen beschadigd
en zijn 8 miljoen mensen naar het buitenland gevlucht terwijl er zes miljoen
binnen het land verhuisd zijn.
In het
geval van Oekraïne spelen de buitenlandse steunprogramma’s natuurlijk een
gigantische rol. Dit maakt het lot van de economie met een verwacht begrotingstekort
van meer dan 40 miljard dollar in 2024 er extreem afhankelijk van zaken zoals
de Amerikaanse verkiezingen en de bereidheid in de Europese Unie om te blijven
steunen. Het land ontving reeds meer dan 68,5 miljard dollar maar een dag
oorlog levert dan ook een begrotingsuitgave op van 136 miljoen.
Het land weet ook dat donoren onder druk komen om de financiering vol te
houden. Oekraïne rekent nu ook op bijstand van het Internationaal Muntfonds (IMF)
voor zijn macroeconomische en financiële stabiliteit. Het probeert permanent zijn
groep donoren te vergroten met belangrijke inspanningen Japan in 2024 terwijl
de gesprekken met Canada, Noorwegen, Zuid-Korea en anderen nog lopen.
Oekraïne
en Israël zijn speciale gevallen zover het bekeken wordt vanuit de analyse van
oorlogseconomieën. Ze worden beiden enorm gesteund door buitenlandse
bondgenoten die vele malen groter zijn. Het meest fascinerende hedendaagse studie-onderwerp
terzake betreft uiteraard Rusland. Aan dit voorbeeld van de diepste
transformatie naar een oorlogseconomie in onze tijd wijden we volgend artikel.