maandag 2 november 2020
maandag 26 oktober 2020
Onze schuld
Het discours dat vandaag gevoerd wordt over de staatsschuld doet bij veel mensen met prudente inslag de haren ten berge rijzen. Zeker als daar frases gehanteerd worden als: “We hoeven ons geen zorgen te maken over onze staatsschuld”.
Uiteraard
kan er redelijk gedebatteerd worden over het gebruik van schuldfinanciering in deze
coronacrisis. Dat is het punt niet. Het is wel ergerlijk dat er een karikatuur
gemaakt wordt van hen die meer bedenkingen opwerpen. Inzake het budgettaire
debat ontbreekt in ons land wel degelijk regelmatig een deel van het spectrum inzake
prudentie en risicobenadering.
Mensen ridiculiseren
die zich zorgen maken over de Belgische overheidsschuld is iets te gemakkelijk vanuit
economische modellen. Veel burgers kunnen wel niet altijd de vinger leggen op de
concrete lichtzinnigheid van het gehanteerde economische discours. De realiteit
is dat die ook sterk varieert, gaande van een schijnbaar onschuldige
veronderstelling dat gedurende decennia de rente lager zal liggen dan de
economische groei tot radicale opvattingen die vandaag bekend staan als de “moderne
monetaire theorie”. Die stelt in variaties dat de enige motivatie om overheidsuitgaven
nog te financieren door belastingen (en niet door de centrale bank enkel het
reguleren van het prijsniveau is.
Nationale
Bank
Soms lijkt
het debat eindeloos in rondjes te draaien. Daarom is het goed dat de Nationale
Bank (NBB) een interessant stuk publiceerde in haar economisch tijdschrift over
drempels voor onze overheidsschuld die kunnen wijzen op de gevarenzone terzake.
Gouverneur Pierre Wunsch maakt terecht de opmerking dat er daarbij niet zoiets
bestaat als een magisch cijfer. Wel biedt de benadering van de ‘gevarenzone
voor de schuld’ een concreet uitgangspunt om het debat te verrijken met de
prudentiële insteek die zo zeldzaam is in ons land. Een gehoorde kritiek is dat
de NBB de simulatie doet met een rente die hoger ligt dan de groei waardoor de schuldenberg
niet vanzelf wegsmelt over de jaren. Het antwoord is natuurlijk dat het net
prudentieel is om erop te wijzen dat dit een reëel risico is. Verwijzen naar
een huidige consensus onder economen mist dan ook het punt. Meer aandacht in de
oefening lijkt wel gepast inzake de impliciete schuld die volgt uit de
ongedekte pensioenbeloftes van dit land.
Een belangrijke
zaak is dat het debat in de ivoren toren te vaak blind is voor de risico’s in
het ruimere financieel systeem. Ook de nieuwe oefening van de Nationale Bank
schiet daarin tekort. Wel wordt er een extra buffer inzake de ‘schuldendrempel’
besproken om een bankencrisis op te kunnen vangen. De Bank voor Internationale
betalingen te Bazel heeft wel meer oog voor ontsporingen in het financieel systeem.
Voor haar valt de lage rente niet zomaar als manna uit de lucht maar wordt ze
eerder gezien als net een teken van diepe disfuncties. Disfuncties die voortkomen
uit ontwrichtingen van het economisch weefsel waarvoor schulden niet de
oplossing vormen maar een deel van de oorzaak.
Relance
Het is goed
dat de regering van dit land werk willen maken van economische relance met
belangrijke investeringen. Als we er bovendien in slagen om het aandeel
productieve investeringen een stuk hoger te brengen in de mix van overheidsuitgaven dan corrigeren we daarmee zelfs een deel van een
structurele zwakte van ons land op al zijn niveaus. Ook daarin is het voor
economen verrijkend te spreken met praktijkmensen uit de meest uiteenlopende
domeinen die opmerken dat ze meer geld zeker niet zullen afslaan. Ze stellen
vervolgens echter dat meer geld de problemen niet altijd zomaar oplost en soms
zelfs verergert omdat het de druk wegneemt nodig voor beter bestuur.
Om te vermijden
dat plannen niet de reactie uitlokken “mooi, voor misschien een ander land”,
moeten ze niet alleen uit gesofistikeerde kokers komen maar vooral ook meer
realiteitschecks doorstaan en blijk geven van besef van de uitdagingen inzake
bestuurscultuur in dit land.
dinsdag 13 oktober 2020
Beter imperfect beleid dan geen 13/10
Al van begin de crisis was het belang van zogenaamde asymmetrische maatregelen evident. Wanneer testen en contacttracing goed werken, en mondkapjes tijdig verdeeld, dan zijn vrijheidsbeperkingen, met grote economische gevolgen, minder noodzakelijk. Die asymmetrische maatregelen zijn cruciaal, want ze zijn minder duur en langer vol te houden, maar ze vergen een excellent beleid. Op dit moment zijn er nog veel discussies en onzekerheden maar ook een aantal evidenties die we graag onderlijnen.
1. Lokaal ingrijpen en brononderzoek
Er wordt opgeroepen tot eenheid van commando. Dat is nodig, maar contact tracing in meer landen toont aan dat vooral lokale besturen een hoge effectiviteit bereiken. De centrale coördinatie moet vooral zorgen dat ze daar geen stokken in de wielen steekt. Als federale of regionale overheid moet men ook eens wat inzicht verwerven in de eigen tekortkomingen. Licht uw draaiboeken maar eens door zodat ze niet te complex zijn en stop met te vragen dat lokale besturen voor elk stapje eerst weer moeten terugschakelen naar het centrale orgaan.
Aziatische landen blinken vaak uit in zogenaamd brononderzoek. Brononderzoek is iets ander dan contacttracing. Bij contacttracing, zoals we dat hier kennen gaat men van patiënten risicovolle contacten opsporen en duidelijk maken waarom en hoe ze in zelfisolatie of quarantaine moeten gaan. Bij brononderzoek wordt achterwaarts gewerkt wordt om te achterhalen in welke clusters de besmettingen precies toeslaan. Net dit blijkt in nogal wat Aziatische landen het verschil te maken.
Bij onze Vlaamse overheid zegt men dat het geen prioriteit is. Een invloedrijk artikel in The Atlantic benadrukt nochtans het belang ervan en citeert meerdere studies dat 10% tot 20% van de geinfecteerden misschien wel verantwoordelijk zijn voor 80 procent van de besmettingen. Dit fenomeen van 'superverspreiding' toont net aan dat het veel lonender kan zijn om achterwaarts te zoeken van waar de besmetting komt dan via contactopsporingen 'voorwaarts' te onderzoeken. Best doe je beiden uiteraard maar dan is het meer dan opmerkelijk dat onze Vlaamse overheid zegt dat brononderzoek geen prioriteit is. Het is duidelijk dat lokaal veel beter ingegrepen wordt en dat leidt tot meer performantie.
2. Informatie en datamanagement
Essentieel om lokaal in te grijpen zijn goede fijnmazige data. Zeven maanden na de initiële lockdown beschikken Brusselse burgemeesters niet over gedetailleerde info over welke wijken of leeftijdsgroepen het zwaarst getroffen zijn. Gebrekkige data maken het problematisch om haarden te identificeren wat nochtans essentieel is om een ontsporing af te wenden. Zoals botte algemene maatregelen symptomen zijn van een falend beleid op nationaal vlak is dat ook zo voor een diverse regio als het Brussels Gewest. In Antwerpen worden deze wijkdata ondertussen enorm performant benut.
3. Communicatie
Dat in België soms meer dan in andere landen verwarring ontstaat, heeft veel te maken met politici die hebben geprobeerd zich achter experten te verstoppen. De meeste experten zijn het nochtans over veel zaken eens - en laat ze alstublieft vooral uitkomen voor wat ze denken. Wel is het belangrijk duidelijk te maken dat de wetenschappers debatteren en de politici beslissen. Over niet alle zaken bestaat al wetenschappelijke consensus en toch moeten er knopen doorgehakt worden.
Corona is een test voor de beleidscultuur van een land. Uiteraard moet het beleid burgers wijzen op de gevolgen van hun gedrag in een epidemie. Best dient dit wel zo fijnmazig mogelijk op de doelgroep toegespitst te zijn. Bovendien kan het betwijfeld worden dat het erg productief is om dat op een verwijtende wijze te doen. De overheid dient ook eens stil te staan bij haar geloofwaardigheid. Ze maande de bevolking aan om haar gedrag te verbeteren en beloofde zelf om het bron -en contactonderzoek tegen 11 mei op orde te hebben, terwijl half juli nog bleek dat er maar 4 gezondheidsinspecteurs voor heel Vlaanderen zijn. Of dat in een hoorzitting bovenkomt dat de minister al begin februari op de hoogte was dat de strategische stock aan mondmaskers vernietigd werd. Om vervolgens een maand lang geen actie te ondernemen. Ook hier is meer evenwicht nodig: aan de bevolking kan meer gevraagd worden, mits de politiek haar eigen huishouden beter op orde heeft.
Het is essentieel de drempels voor scherpere maatregelen publiekelijk te communiceren. Nu lijkt een cyclus van grote onrust een erg onwenselijke routine te worden. Een tactiek die angst gebruikt om mensen tot beter gedrag te dwingen is risicovol. Vertrouwen komt te voet en gaat te paard. Duidelijkheid en discipline gaan hand in hand.
De waarheid is dat ons land heel sterk kijkt naar wat andere landen beslissen. Op zich is daar niet per se iets verkeerd mee hoewel men misschien eens wat meer naar Duitsland kan kijken dan te focussen op Macron's Frankrijk. Sinds aanvang is de inzet asymmetrische maatregelen te benutten die effectief zijn en niet de maatschappij ontwrichten. Duitsland is een voorbeeld van een land sterk in asymmetrische maatregelen. Toen Duitsland een Corona-app lanceerde, was het wijs om dat van dichtbij te bekijken. Als onze Oosterburen nu sneltesten aankopen, zou het vreemd zijn om die piste ook voor ons land niet heel goed te bestuderen.
Heel deze crisis heeft keer op keer aangetoond dat het misplaatst is om de crisis te beheren vanuit een zoektocht naar "perfecte" maatregelen. Uiteraard hebben sneltests hun beperkingen dat betekent echter niet dat ze geen waardevolle rol kunnen spelen in een doordachte teststrategie. Als ze enkel de meest besmettelijke gevallen opsporen maar daar wel heel snel over informeren, dan kan er wel degelijk een plaats voor zijn.
Een organisatie die ons land ook bijstaat is de wereldgezondheidsorganisatie. Deze stelt nu dat ze wereldleiders oproepen om lockdowns niet meer te gebruiken als primair controlemethode. Een nationale lockdown in ons land na maart accepteren, is ons neerleggen bij gefaald beleid.
vrijdag 18 september 2020
Aan dovemansgesprekken hebben we niets, aan dialoog en transparantie wel
Aan dovemansgesprekken
hebben we niets, aan dialoog en transparantie wel
Er bestaat
discussie tussen experten over het beste gezondheidsmanagement in de
coronacrisis en dat lijkt op zich heel normaal. Helaas zien we ook nogal eens dovemansgesprekken
waarbij de positie van de ander niet altijd correct wordt voorgesteld. Experten
hoeven geen politiek kamp te kiezen, journalisten geen expertenkamp (mocht dat al bestaan).
Want dan dreigen politici verweesd alle kanten uit te kijken. Een en ander kan
doen vergeten dat de meeste experten het over heel veel zaken eens zijn (En aub, laat de experten vooral
uitkomen voor wat ze echt denken). Hoe beter
het beleid rond snel testen, mondkapjes en contact-tracing, hoe minder er gegrepen moet worden naar zware vrijheidsbeperkingen
die ook grote economische gevolgen hebben. Na
de rampzalige bestellingen van mondmaskers, onvoldoende testcapaciteit en contact-tracing zien we nu ook veel onbeantwoorde vragen rond de teststrategie inzake de
scholen. Er is meer evenwicht nodig: aan de
bevolking kan meer gevraagd worden, mits de politiek haar eigen huishouden
beter op orde heeft.
Het zou ook
meer helderheid brengen indien men publiek communiceert over welke drempels men
hanteert om bepaalde maatregelen te verstrengen. Vandaag lijkt een cyclus van
grote onrust een soort routine (al dan niet middel) te worden, wat toch erg
onwenselijk is. Een tactiek die angst hanteert om mensen tot beter gedrag te
dwingen houdt belangrijke risico’s in. Vertrouwen komt te voet en gaat te
paard. Duidelijkheid en
discipline gaan hand in hand.
In de
dovemansgesprekken zien we ook een zeker onbegrip over de
gezondheidseconomische analyse van de crisis. Het is een misverstand dat de gezondheidseconomie als discipline zich
blindstaart op louter de krimp van economische activiteit
door Covid19. Ze houdt net een zicht op het hele plaatje zoals
de onderdetectie van andere pathologieën tijdens de lockdown, sociale en psychologische
effecten, Wel moet toegegeven worden dat we vandaag al die effecten niet zomaar precies
kwantitatief in kaart kunnen brengen. De onzekerheid speelt met name ook in
wat de zogenaamde “counterfactual” is: hoe zou de economie presteren zonder bepaalde maatregelen? Uiteraard
is er geen afweging tussen economie en gezondheid als die “counterfactual”
goed begrepen wordt. Er is wel een afweging tussen
maatregelen die werken en die het niet doen. Die onzekerheid geeft uiteraard
ook aanleiding tot legitieme verschillen in inschattingen. Een belangrijk punt
is dat experten transparantie
moeten geven over die onzekerheid, en dan is het aan de politici om finaal de afweging te maken met oog op
het geheel. We mogen echter onze waakzaamheid niet laten
verslappen zoals duidelijk wordt uit oplopende hospitaalopnames. Inzake
epidemies kan je je maar beter
vergissen aan de voorzichtige kant, maar dan wel op alle dimensies: Covid19,
andere pathologieën, en economische schade.
Finaal is het
duidelijk dat we nog sterk dienen te verbeteren in het gezondheidsmanagement
met de focus op maatregelen die werken. Transparantie en veel betere inzetten
op het inzamelen van detaildata blijft een belangrijk verbeterpunt. In een tijd
van big data is het verbazend dat de meest elementaire data niet beschikbaar
zijn en niet gebruikt worden. Daardoor zou veel beter lokaal ingegrepen kunnen worden, wat een belangrijke sleutel is tot betere performantie. Op dit moment
werpt met name de situatie in Brussel de vraag op of het beleid niet faalt op
een onverantwoorde wijze.
zaterdag 18 april 2020
sweden
Sweden has shown how not to tackle coronavirus, as it fights now to save face
The number of deaths in Sweden, Denmark, Norway and Finland had not yet started to deviate sharply. Mr Tegnell claimed that the Swedish Health Agency was on top of the latest and most reliable facts and models. During a period of hysteria, he was widely hailed as a hero for his calm and seemingly scientific focus. Schools, workplaces and restaurants remained open.
Old people, claimed Tegnell, would be fine if younger Swedes refrained from visiting their elderly parents in retirement homes. Surely no one responsible for the health of a nation could be so certain that stricter measures were unnecessary? Unless also certain that Swedish circumstances really are special? Not when death curves were rising exponentially in other countries? Mr Tegnell had to be right, so therefore every critical non-Swedish expert had to be wrong.
This was a widely held view because, in consensus-oriented Sweden, no other views were taken seriously, until death rates started creeping up. Finland now counts 72 dead, Norway 150 and Denmark (the by far most densely populated Nordic country) 321. Sweden? 1333. Moreover, the Coronavirus has spread to a large number of retirement homes. Why? Because carers have proven to have little or no protective equipment, thereby making nonsense of the claim that the low level of intergenerational mixing in Sweden would protect the elderly.
Suddenly, attention turned to the sceptics. One of them is Björn Olsen, professor of infectious medicine at Uppsala University. Already in 2010 he published a book, Pandemic, in which he foretells much of today’s coronavirus development. He recently demanded greater transparency from the Swedish Health Agency, including access to the data on which Anders Tegnell rests his case. Mr Olsen received nothing. He has also publicly criticised the health authorities – and indirectly the government – for abandoning the elderly. Two days ago, 22 Swedish experts signed a highly critical opinion piece in a leading paper, in which they argue that the Swedish Health Agency has failed miserably to protect the Swedish people. These experts are also saying that the government must step in - while waiting for additional testing kits, protective gear and treatment breakthroughs - and impose stricter rules.
However, numerous opinion leaders have invested plenty of personal prestige in Mr Tegnell’s way of tackling the crisis. As a consequence, the critics have already been attacked with the type of sarcastic ferocity typical for those deviating from official Swedish positions, including accusations of shameful betrayal of the national effort. This time, the issue is extra sensitive since at stake is nothing less than ownership of the highly charged concept of solidarity.
The consensus has nevertheless been dented meaning the supremacy of Anders Tegnell, now increasingly evasive when asked about the development in other countries, is over. Also, the issue of “more could have been done” has a special significance in a country in which more still can be done. Crowds below 50, for example, are still allowed. Yesterday a much loved TV-entertainer passed away from Corona, aged 51. Such a tragedy might have a bigger psychological impact than 100 new deaths in care homes.
Sweden's chief epidemiologist defends approach despite high death rate. It is not a failure of policy, it is a failure of care homes, says Anders Tegnell. @gmfus #coronavirus pic.twitter.com/RfEnBaxtX0
Anders Tegnell’s numerous defenders continue to claim he remains the only cool guy around. However, there is also the possibility that he, a technocrat previously unused to the limelight, was initially seduced into a corner. Seduced by the sudden hero status gained when offering the comforting facts and interpretations we all wanted to be true.
It is now possible to conclude, sadly, that the more “relaxed” Swedish strategy is not likely to transform into a success story. Not only are death rates a lot higher than in comparable countries. Even the key economic argument – that the-show-must-go-on - might backfire. How so? Norway and Denmark appear to have the situation sufficiently in control to cautiously start opening up their societies. A phased reopening of Danish schools was initiated yesterday and, starting next week, Norway is planning a similar phasing in. A recent study drawing lessons from the Spanish flu crisis, produced jointly by the US Federal reserve and MIT, suggests a period of pain and uncertainty might turn out longer without the early lockdown pill:
“Cities that implemented early and extensive non-pharmaceutical interventions (like physical distancing and forbidding large gatherings) suffered no adverse economic effects over the medium term. On the contrary, cities that intervened earlier and more aggressively experienced a relative increase in real economic activity after the pandemic subsided.”
The Swedish government and the Swedish Health Agency are no longer fighting for glory. Now they are fighting to get away without fatal wounds to their reputations. At least domestically, they might be able to pull it off. Officially, no one has admitted that the original course was imprudent, but step-by-step action has been taken that has nevertheless led to more prudence. On the field of practical reality, key workers have, throughout this crisis, achieved miracles which in a big way have compensated for the lack of political guidance.
In a society in which most elderly either live alone or are put away in care homes, it also seems perfectly possible the majority will accept the higher death toll – unless numbers turn out even more grotesque. If the Swedish Health Agency’s interpretation of the most recent figures is correct, the number of new cases could finally be in decline. A by now typical message from the Prime Minister also has some merit: “Yes, more could have been done but now is not the time for reproach”. Unless, that is, people keep dying who can be saved.