Aan dovemansgesprekken
hebben we niets, aan dialoog en transparantie wel
Er bestaat
discussie tussen experten over het beste gezondheidsmanagement in de
coronacrisis en dat lijkt op zich heel normaal. Helaas zien we ook nogal eens dovemansgesprekken
waarbij de positie van de ander niet altijd correct wordt voorgesteld. Experten
hoeven geen politiek kamp te kiezen, journalisten geen expertenkamp (mocht dat al bestaan).
Want dan dreigen politici verweesd alle kanten uit te kijken. Een en ander kan
doen vergeten dat de meeste experten het over heel veel zaken eens zijn (En aub, laat de experten vooral
uitkomen voor wat ze echt denken). Hoe beter
het beleid rond snel testen, mondkapjes en contact-tracing, hoe minder er gegrepen moet worden naar zware vrijheidsbeperkingen
die ook grote economische gevolgen hebben. Na
de rampzalige bestellingen van mondmaskers, onvoldoende testcapaciteit en contact-tracing zien we nu ook veel onbeantwoorde vragen rond de teststrategie inzake de
scholen. Er is meer evenwicht nodig: aan de
bevolking kan meer gevraagd worden, mits de politiek haar eigen huishouden
beter op orde heeft.
Het zou ook
meer helderheid brengen indien men publiek communiceert over welke drempels men
hanteert om bepaalde maatregelen te verstrengen. Vandaag lijkt een cyclus van
grote onrust een soort routine (al dan niet middel) te worden, wat toch erg
onwenselijk is. Een tactiek die angst hanteert om mensen tot beter gedrag te
dwingen houdt belangrijke risico’s in. Vertrouwen komt te voet en gaat te
paard. Duidelijkheid en
discipline gaan hand in hand.
In de
dovemansgesprekken zien we ook een zeker onbegrip over de
gezondheidseconomische analyse van de crisis. Het is een misverstand dat de gezondheidseconomie als discipline zich
blindstaart op louter de krimp van economische activiteit
door Covid19. Ze houdt net een zicht op het hele plaatje zoals
de onderdetectie van andere pathologieën tijdens de lockdown, sociale en psychologische
effecten, Wel moet toegegeven worden dat we vandaag al die effecten niet zomaar precies
kwantitatief in kaart kunnen brengen. De onzekerheid speelt met name ook in
wat de zogenaamde “counterfactual” is: hoe zou de economie presteren zonder bepaalde maatregelen? Uiteraard
is er geen afweging tussen economie en gezondheid als die “counterfactual”
goed begrepen wordt. Er is wel een afweging tussen
maatregelen die werken en die het niet doen. Die onzekerheid geeft uiteraard
ook aanleiding tot legitieme verschillen in inschattingen. Een belangrijk punt
is dat experten transparantie
moeten geven over die onzekerheid, en dan is het aan de politici om finaal de afweging te maken met oog op
het geheel. We mogen echter onze waakzaamheid niet laten
verslappen zoals duidelijk wordt uit oplopende hospitaalopnames. Inzake
epidemies kan je je maar beter
vergissen aan de voorzichtige kant, maar dan wel op alle dimensies: Covid19,
andere pathologieën, en economische schade.
Finaal is het
duidelijk dat we nog sterk dienen te verbeteren in het gezondheidsmanagement
met de focus op maatregelen die werken. Transparantie en veel betere inzetten
op het inzamelen van detaildata blijft een belangrijk verbeterpunt. In een tijd
van big data is het verbazend dat de meest elementaire data niet beschikbaar
zijn en niet gebruikt worden. Daardoor zou veel beter lokaal ingegrepen kunnen worden, wat een belangrijke sleutel is tot betere performantie. Op dit moment
werpt met name de situatie in Brussel de vraag op of het beleid niet faalt op
een onverantwoorde wijze.