Subsidieziek
Laten we het als gemeenschap onder ogen zien: Vlaanderen is
subsidieziek. Dat kost niet alleen handenvol geld. Het is ook meer dan corrosief voor
de gemeenschap. Vorige eeuw analyseerde Joseph Schumpeter de invloed van een
zonder grenzen uitdijnende overheid op de maatschappij. Steeds meer mensen worden daarbij zelf in de overheidssfeer
getrokken. Steeds minder zijn bereid of in staat een kritische houding aan te nemen tegen de cultuur
die daarbij ontstaat.
De zaak rond Lets go urban zal zijn beslag krijgen voor de rechter. Wat
nu voor iedereen wel overduidelijk werd, is hoe gemakkelijk sommigen enorme
subsidies krijgen. In een land dat nochtans wat
beter op de aanwending van openbare middelen zou moeten letten. Kan nu eindelijk
het fatsoen tegenover de belastingbetaler opgebracht worden om zich over de
Vlaamse subsidiecultuur te bezinnen?
Subsidiecultuur
België
verleende net voor de coronacrisis 3,8
procent van het bbp aan subsidies, tegenover 0,9 procent in Duitsland en
1,2 procent in Nederland. In 2004 lag dit niveau in ons land nog op 1,7
procent. Sindsdien namen de subsidies tegen een jaarlijks gemiddelde van
8,7 procent toe. In Nederland zijn de
subsidies over heel die periode stabiel gebleven als aandeel in het nationaal inkomen
terwijl ze in Duitsland zelfs gedaald zijn.
Subsidiestelsels
worden niet of niet genoeg geëvalueerd op het vlak van doeltreffendheid en
doelmatigheid. De overheid stelt zich vaak al tevreden bij het nagaan of de
betaling effectief gebeurd is. Dit schendt belangrijke principes van goed bestuur.
Subsidies
dienen ten minste op twee manieren getoetst: bereiken ze het beoogde effect en
vormen ze de efficiëntste wijze om dat resultaat te bewerkstelligen? Het is
best mogelijk dat het gewenste gedrag ook zonder subsidie was gerealiseerd of
de baten niet opwegen tegen de kostprijs.
Ook moet steeds bekeken worden in welke mate een gesubsidieerde organisatie te
eenzijdig afhankelijk is van subsidies. Dit kan snel excessen naar boven doen
komen omdat er misschien een politieke logica is om iets te subsidiëren dat
onvoldoende maatschappelijk gedragen wordt. Bovendien kan voor heel wat zaken
bepleit worden dat de overheid best alleen maar tijdelijk ondersteunt om een
duw in de rug te geven en dat na een initiële periode de zaak op eigen benen
moet kunnen staan. Dit geldt overigens ook vaak voor ondersteuning van
onderzoeksprojecten. Het totale budget aan onderzoeksgelden kan dan wel op peil
gehouden worden maar er dient typisch een grote rotatie in dat budget te gebeuren.
Maatschappelijke kosten
De
kostprijs van subsidies omvat ook de administratieve kosten om de subsidie uit
te geven én op te volgen. Als door subsidies onrendabele bedrijven blijven
bestaan, kunnen ze ook de groeimogelijkheden van de gezonde bedrijven
belemmeren. De overheid dient steeds te bewaken dat ze private ondernemingen
niet zelf ongepaste concurrentie aandoet met belastinggeld. Of dat ze geen
activiteiten verdringt en scheeftrekkingen veroorzaakt met subsidies en andere
interventies.
Er
het risico van zogenaamde ‘rent seeking’. Private spelers gaan hoge kosten aan
om bepaalde subsidies binnen te halen. Lobbying om onproductieve activiteiten
van overheidswege te laten ondersteunen, houden een grote verspilling voor de
maatschappij in.
Een cruciale discussie betreft de kostendekkingsgraad bij overheidsinterventies. Vaak
is het gezond dat de gebruiker zelf een voldoende aandeel van de werkelijke
kostprijs betaalt. Dit kan dan gezien worden als een bewijs dat de gebruiker
echt de overheidsinterventie waardeert. Dit speelt bijvoorbeeld bij de Vlaamse
vervoersmaatschappij De Lijn waar de kostendekking door de reizigers
momenteel slechts ongeveer 20 procent bedraagt.
Vlaanderen alleen al telt tientallen agentschappen die in nogal wat gevallen
zelf bestaan uit deelentiteiten. De sanering van die jungle is een werk van
lange adem, als die tenminste meer inhoudt dan een cosmetische operatie met
louter verschuivingen en naamsveranderingen.
In
alle regio’s blijken subsidiestelsels zo’n hoge mate van complexiteit te
vertonen dat er ondertussen eenhele adviesindustrie op is gebaseerd De vraag is
of de verhouding tussen grote & kleine bedrijven door deze
subsidiemechanismen scheefgetrokken wordt
Gebruik belastingsgeld voor rolmodellen
In al de discussie over
Lets Go Urban valt het op dat er weinig de vraag gesteld wordt over de mate dat
het gepast is voor de overheid om dergelijke activiteit te steunen los van de vraag
rond eventuele fraude. Dus dit is ook een pleidooi voor eens een stap
terug te zetten voor reflectie. Is het zo evident dat de overheid iemand uitkiest als rolmodel? Het is een feit dat veel andere gelijkaardige initiatieven
helemaal niet dergelijke financiering bekomen vanwege de overheid.
Het is redelijk om te stellen dat het veel evidenter is als het
ondersteunen van rolmodellen gebeurt
vanuit de civiele maatschappij. Zonder gebruik belastinggeld waaraan iedereen verplicht dient bij te dragen, krijgt het een heel
andere gedaante. Namelijk
het benutten van de vrijheid. Is het zo verkeerd om te denken dat de
overheid hier toch terughoudender in moet zijn? De overheid die geld uitdeelt aan
doelgroepen allerhande... Hoe ver staat dit af van het kopen van stemmen? In het boek Overheid + Markt pleit ik ervoor dat de overheid terughoudender moet
zijn in het koloniseren en zelfs verpletteren van de andere sferen van de maatschappij. Een gezonde maatschappij bestaat naast een sterke overheid die binnen
streng gedefinieerde limieten opereert, ook uit voldoende ruimte voor welvaartscreatie
door een vrije markt, een civiele maatschappij en de eigen verantwoordelijkheid
van elkeen. Onderschat wordt in welke mate de overheid andere sferen kan
bedreigen door hen te
verpletteren met belastingsgeld (o.a. omdat dit de eigen verantwoordelijkheid uitholt).
In dit land worden dergelijke vragen echter minder
gesteld dan elders. Ons
middenveld is lang eerder een top down verlengstuk geweest
van machtstructuren dan spontaan gegroeide verbanden van
mensen die eigen verantwoordelijkheid beseffen. Identiteitspolitiek voeren met
belastingsgeld? En hoe denkt men dat de rest van de bevolking dit ervaart. (Als
je de juiste kenmerken hebt als mens krijg je meer geld?) Het is zelfs niet evident
om de vraag te stellen. Zoals
al velen opgemerkt hebben: onze periode kent veel minder vrijheid dan die
van enkele decennia geleden. We leven
echter in opmerkelijke tijden. Ironisch genoeg krijgen economen van politologen vaak het verwijt te
willen depolitiseren en te technocratisch te denken, maar nu lijkt het alsof er
wel een groep staat te springen voor een technocratisch bewind van virologen.