vrijdag 25 maart 2016

Munt slaan


Overal waar er minderheden bestaan, zijn er ook zij die zich proberen op te werpen als leiders op een manier die aantoont dat ze geen zier geven om het lot van hun achterban maar er vooral persoonlijk munt uit proberen te slaan. Vaak presenteren ze een menu dat uit volgende elementen bestaat:

1. Verzekering dat hun achterstand niet hun fout is.
2. Verzekering dat hun achterstand de fout is van een groep die het beter doet en waarover reeds afgunst en verbittering bestaat.
3. Verzekering dat hun achterstand niets met de eigen cultuur van doen heeft, want a. alle culturen zijn toch gelijkwaardig in alle dimensies (cultuurrelativisme) b. de eigen cultuur is toch beter.

Dergelijke raciale of etnische leiders hebben er belang bij om de isolatie van de groep die ze willen leiden te versterken ondanks dat net die isolatie een belangrijke factor is in de achterstand. Ze spelen zo ook in de schaamte en vrees om in verlegenheid gebracht te worden door het feit dat ze als groep het blijkbaar maatschappelijk minder goed doen. In de Verenigde Staten zorgden dergelijke "leiders"  bijvoorbeeld voor wetgeving die oplegde dat latino-kinderen onderwijs moeten krijgen in de Spaanse taal, zelfs als hun ouders hen Engels leerden. Een voorbeeld waartoe dergelijke perverse prikkels voor "would be" leiders kan leiden, is de toestand in de Amerikaanse Indianenreservaten. Uiteraard zijn er gruwelijke historische verantwoordelijkheden van de blanke meerderheid tegenover de Indianen maar het is minstens zo belangrijk ook de ogen te openen voor de verantwoordelijkheid van hun huidige "leiders". 

Meer algemeen zijn er uiteraard voorbeelden waar de meerderheid een verantwoordelijkheid draagt voor de achterstand van een minderheid. Maar het is gevaarlijk te bezwijken voor het gemak van de conclusie dat de achterstand van de minderheid 'alleen' daarmee te maken heeft. De Romeinen gedroegen zich nogal eens verwerpelijk tegenover de Galliërs bij hun veroveringstochten, maar dat betekent niet dat de Romeinen de reden waren dat de Galliërs een culturele en economische achterstand kenden op dat moment. Er is plaats voor morele veroordeling maar zorgvuldigheid bij het vaststellen van causale verbanden is ook essentieel.

Buitensporige verwijten van racisme en discriminatie kunnen net zo weinig zoden aan de dijk zetten voor de groep die ze pretenderen te vertegenwoordigen als eisen dat voor hen onderwijsnormen verlaagd worden. Zaken die helaas een rode draad vormen in de "carrière" van dergelijke would-be leiders. De lat te laag leggen in onderwijs is nu net het ergste wat men de kinderen met een zwakke uitgangspositie kan aandoen.

Er zijn wel uitzonderingen van leiders die de verleiding overwonnen om voor het gemak te gaan van verwijten, al dan niet terecht, maar daarom niet productief.  Wie herinnert zich de woorden van Martin Luther King nog "We can't keep on blaming the white man. There are things we must do for ourselves".  Over hem kan dan ook gezegd worden dat leiders die anderen echt willen helpen, hen de waarheid vertellen terwijl leiders die vooral zichzelf willen helpen, hen enkel vertellen wat ze graag horen.

Waar we de ogen voor moeten openen, is dat het net erg rationeel kan zijn voor het eigenbelang van "would-be" leiders van groepen met achterstand om de verbittering van hun achterban te vergroten zelfs als dat niets bijbrengt aan het verbeteren van het lot van de groep. Voor dergelijke leiders is dat laatste niet zozeer lonend. Wat voor hen vooral rendeert, is het beeld creëren dat de welvaart van anderen afnemen, het enige is wat helpt. In extreme situaties gaat het zelfs niet enkel over het materieel afnemen maar ontspoort het tot het vernederen en zelfs fysiek bedreigen van de anderen.

Het bekampen van isolement en echte integratie is dan zelfs een bedreiging voor de positie van dergelijke "would be" leiders. In de Verenigde Staten is er een hele geschiedenis van zwarte leiders die jongeren beschuldigden van "acting white" enkel omdat ze bijvoorbeeld een goed traject volgden in het onderwijs. Of hoe sommigen alles te winnen hebben bij het verhinderen van culturele integratie.