vrijdag 25 februari 2022

Wetenschap en beleid

 

Wetenschap en beleid

Begin 2020 spraken velen grote hoop uit over hoe in ons beleid de rol van expertise eindelijk zou groeien. Gedurende heel de coronacrisis hoorden we aanmaningen om 'de wetenschap te volgen'[1]. Inderdaad, zinnen als "volg de wetenschap" en "volg het bewijs" werden een soort strijdkreet in de eerste maanden van de pandemie, vooral inzake allerlei restricties.

Hopelijk is het inzicht ondertussen groter dat wetenschap vaak vooral complex, onvolledig en zelden afgerond is. We hebben in de pandemie naast voorbeelden van goede wetenschap ook heel wat problemen gezien. Nog te weinig wordt er ook voor het grote publiek toegegeven dat het zogenaamde proces van ‘peer review’ problemen kent. Alleen al door de explosie van publicaties wordt het moeilijk maar ook allerlei biases verwant met tunnelvisie.

Zelfs wanneer het volgen van de wetenschap duidelijk lijkt, is het niet aan wetenschappers om de waardeoordelen te maken die onvermijdelijk zijn bij de uitvoering van het beleid. Vaak zijn er zoveel invalshoeken, zoveel wetenschappelijke disciplines ook die aangesproken kunnen worden, dat zowat altijd meer dan één beleidsoptie compatibel is met wat wetenschappers kunnen aanreiken. Besturen is kiezen. Wetenschap kan in het beste geval aantonen wat de impact van schoolsluitingen zijn op de verspreiding van het virus en de gevolgen voor de leerachterstand van de kinderen. Wetenschap kan niet zeggen of de scholen dan open of dicht moeten.

Adviescomités

Wie goed opgelet heeft, zag dat het vaak enkele wetenschappers waren die waarschuwden dat in beleid het niet zomaar voldoende is om de kreet te slaken “volg de wetenschap”. De werkelijkheid was dat politici advies bekwamen via een complex netwerk van wetenschappelijke adviescommissies. Het proces van het organiseren van kennis voor beleid door middel van adviescommissies is zowel politiek als wetenschappelijk. Het gaat er bijvoorbeeld al om dat meerdere wetenschappers tot verschillende inzichten komen. In de coronacrisis zagen we ook dat meerdere landen tot ander beleid kwamen. Er zijn landen waar er geen strikte lockdownpolitiek was. Aan de andere kant van het spectrum had je Nieuw Zeeland en Australië met extreme restricties. Deze verschillen worden verklaard door politiek en niet wetenschap.

Tradeoffs

Wat meerdere disciplines inzake volksgezondheid gemeenschappelijk hebben met de economische discipline is de noodzaak om “tradeoffs” duidelijk te presenteren aan de politieke beslissers. De economische wetenschap is van meet af aan door kenners beschreven als de discipline die onbedoelde neveneffecten van beleid moet blootleggen. Het is essentieel te toetsen of beleidsintenties ook effectief gerealiseerd worden door het gevoerde beleid. De vergelijking met de noodzaak om bij geneesmiddelen een goede bijsluiter met de neveneffecten is een gepaste.

Een cruciaal onderdeel van beleidsevaluatie is dat deze gebeurt met een blik op de brede impact. Evidentie verzamelen over beleidseffectiviteit impliceert ook steeds een transparante bijsluiter over de beperkingen van bijvoorbeeld biostatistische modellering. In het Verenigd Koninkrijk gebeurde het dat de hoofdonderzoeker toegaf enkel “worstcase scenario’s” opgenomen te hebben omdat de ervaring leerde dat alleen die scenario’s gebruikt werden door de beleidsinstanties… Kleine veranderingen in de aannames van de modelmakers kunnen grote effecten hebben op de schattingen en implicaties.

Chilling

Iets waar we het toch ernstig over moeten hebben, is de mate waarin beperkingen werden toegepast op het vrije debat. Het is duidelijk dat velen aarzelen om belangrijke discussies te voeren in het verhit klimaat waarin we leven. Terughoudendheid wegens dergelijke chilling effecten is echter problematisch. Ik ben persoonlijk benieuwd hoe in de opleiding journalistiek gesproken zal worden over de strategie van sommige experten die het tegensprekelijk debat wel erg moeilijk hebben gemaakt. Debatten onder gezondheidseconomen over hun discipline moeten de komende tijd wel erg boeiend worden.

Wetenschap censureert niet. In de loop van de pandemie verwijderde YouTube video's van universiteitsprofessoren met onpopulaire opvattingen. Het hele ideaal dat we ideeën moeten confronteren, bespreken, debatteren en weerleggen, werd niet bepaald gehonoreerd. De meeste “dissidente” ideeën zullen foutief blijken te zijn. Academische vrijheid omvat echter ook het idee dat we toestaan dat veel mensen ongelijk hebben, zodat sommigen gelijk kunnen hebben. Dat betekent niet dat we blindelings alles accepteren wat mensen zeggen, in feite betekent dit het tegenovergestelde, we moeten ze ondervragen en uitdagen. Het gaat erom een omgeving te creëren waarin mensen hun zaak kunnen beargumenteren, zelfs als ze in eerste instantie onpopulair zijn.

Praktijk

Wat in theorie werkt, werkt in de praktijk niet altijd. Er zijn onderzoekers gespecialiseerd in de studie van de kloof tussen wat werkt in ideale omgevingen en wat werkt gezien de rommelige realiteit van de echte wereld.[2] In de coronacrisis hebben we vaak verwijten gezien aan het publiek dat ze aanbevelingen niet opvolgden. Het is echter aan het beleid om te achterhalen waarom de boodschap niet overkomt en hoe de acceptatie van het beleid te verbeteren. Wat er gebeurt als wetenschap het echte leven ontmoet, is toch wel de essentie bij overheidsbeleid[3].

Transparantie

Lang voor de coronacrisis[4] schreef de topadviseur in Nature een oproep voor open debat en het transparant maken van wetenschappelijk advies in het gezondheidsbeleid. In het VK zijn de notulen van belangrijke adviesgroepen (waaronder SAGE) nog steeds niet gepubliceerd. Er zijn ook in veel landen voorvallen waar belangrijke wetenschappers geweerd werden uit adviescomités omdat ze belangrijke politici hadden bekritiseerd[5]. Wat ook meermaals werd aangetoond is dat wetenschappers in staat zijn om net dat advies te formuleren waarvan ze weten dat de politiek verlangt.[6] Academische integriteit en rekenschapsmechanismen in politiek en beleid zijn fundamenteel als we willen komen tot een goede verhouding tussen wetenschap en beleid.

 

 

 

 

 

Ivan Van de Cloot hoofdeconoom Itinera ­Institute en auteur van het boek “Overheid+ Markt, het beste van beide werelden”



[1] Stevens, A. Governments cannot just ‘follow the science’ on COVID-19. Nat Hum Behav 4, 560 (2020).

[2] Westerlund A, Sundberg L, Nilsen P. Implementation of Implementation Science Knowledge: The Research-Practice Gap Paradox. Worldviews Evid Based Nurs. 2019 Oct;16(5):332-334.

[3] Vinay Prasad, What Does 'Follow the Science' Mean, Anyway? — Science is a tool, not a prescription for policy on COVID-19, November 23, 2020 https://www.medpagetoday.com/opinion/vinay-prasad/89856

[4]Christl A. Donne,  Four principles for synthesizing evidence Reward the creation of analyses for policymakers that are inclusive, rigorous, transparent and accessible, Nature, Vol. 558, Juni 2018: 361-364

[6] Stevens, A. (2007). Survival of the Ideas that Fit: An Evolutionary Analogy for the Use of Evidence in Policy. Social Policy and Society, 6(1), 25-35.

donderdag 17 februari 2022

Programma

Inhoud
1. Wetenschap en beleid:  Dirk Lafaut?
2. Sciensano/Steven Van Gucht/Geert Molenberghs/erika Vlieghe
3. Kathleen Van Heursewyn: 
4. Spreker over adviescomités en rol experten : Luc Bonneux
(5. iemand van Nederlandse onderzoeksraad?)

Moderatie: Dave Sinardet/Patrick Loobuyck

1. Wetenschap en beleid: D. Lafuit

(wetenschapsfilosoof / instituut voor de overheid?)

2. Steven Van Gucht/Geert Molenberghs/Erika Vlieghe/

3. Kathleen Van Heursewyn: pandemieplan als een voorbeeld van rampenplannen

maatschappelijk, overkoepelend doel vooropstelle waardoor evenwicht tussen meerdere 

Kernbegrippen  multidisciplinariteit, coördinatie en scenariodenken. Operationeel vereisen risico- en crisisdenken een dynamisch beheer, gebaseerd op het principe van continu verbeteren. 

Rol voor experten in risico- en crisismanagement die opgeleid en getraind zijn om complexe crisissituaties te beheersen.

Brede Impactanalyses


4. Spreker over adviescomités zoals voorgesteld in Wintermanifest (L. Bonneux ):  centraal adviescomité van onafhankelijke generalisten dat de samenwerking tussen beleid enerzijds en experten anderzijds faciliteert,  gebaseerd op het model dat aan de basis ligt van de NICE in het Verenigd Koninkrijk. 

-Werking: expertisedomeinen en notule/ methoden voor capteren collectieve intelligentie

-vorm en inhoud van de adviezen van het adviescomité; beschrijving aannames, scenario's, ethisch luik

-De rol van de adviezen in de politieke besluitvorming.

(5. iemand van Nederlandse onderzoeksraad voor de veiligheid?

Toen de coronacrisis zich ontwikkelde van een infectieziekte-uitbraak tot een maatschappelijke crisis, werd de roep om meer aandacht te schenken aan de maatschappelijke effecten groter. Het bleek echter niet eenvoudig om effecten als de eenzaamheid onder ouderen, toenemende maatschappelijke onrust of zorgen over het welzijn van jongeren inzichtelijk te maken, laat staan te kwantificeren. Het vergaren van signalen op sociaal-maatschappelijk terrein en op het vlak van ethiek en welzijn ten behoeve van de besluitvorming gebeurde niet structureel en was geen onderdeel van de formele crisisstructuur. Ook werden de wel beschikbare kwalitatieve data en signalen niet structureel van een duiding voorzien in relatie tot de kwantitatieve data van de infectieziektebestrijding. Hierdoor kreeg, ondanks alle adviezen en signalen over de effecten van de maatregelen van partijen buiten de crisisstructuur, de kwalitatieve informatie geen gelijkwaardige positie ten opzichte van kwantitatieve informatie. De kwantitatieve data over besmettingen, ic-bezetting en R-waardes bleef daarmee de dominante factor in de advisering en besluitvorming.

)

donderdag 10 februari 2022

Expertise, beleid en communicatie

Expertise, beleid en communicatie

In februari 2020 zagen we de coronacrisis dichterbij komen en wisten we al dat tot heel ingrijpende maatregelen zou leiden. Het lijkt essentieel dat we collectief nog tot een brede evaluatie komen van de proportionaliteit van het gevoerde beleid. Of het nu gaat over schoolsluitingen, mondmaskerplicht of quarantaineregels op scholen, het is duidelijk dat er met name over de maatregelen voor kinderen wel heel pertinente vragen gesteld kunnen worden. 

Perspectief

Zelf benadrukte ik in maart van 2020 in meerdere stukken dat we dan misschien wel een ongeziene tijd tegemoet gingen maar dat we nooit mochten vergeten "dat we niet China zijn". Op die manier probeerde ik al te waarschuwen voor het verliezen van elk perspectief en het verloochenen van onze waarden. Net zoals na terroristische aanslagen er voor moet gewaakt worden om geen maatregelen te nemen die eerder in een repressieve politiestaat thuishoren. Als je je maatschappij voor onheil wil beschermen, is het essentieel dat je dat niet doet op een wijze die de essentie van die maatschappij ondermijnt. 

Een van de zaken wel erg intrigeren is de wijze waarop nogal wat media gehandeld hebben in deze crisis. Stelt u zich ook soms de vraag hoe deze periode aan bod zal komen in de opleidingen journalistiek? Wordt daar dan gesproken over de strategie van sommige virologen om in een pandemie omnipresent te zijn in de media zodat er “one voice, one message” is. Hoe gaan we immers om met de realiteit dat bij grote onzekerheid er niet per se één wetenschappelijk inzicht bestaat. Hoe omgaan met "afwijkende visies"? Wat je dan hoort is dat publiek gezondheidsbeleid nog iets anders is dan gezondheidswetenschap. Ik denk dat daar velen vandaag zich inderdaad wel iets kunnen bij voorstellen. 

Het is echter de vraag dat dit dan betekent dat de visie van die experten dan per se moet domineren die stellen dat het eigenlijk wel goed is dat in een bepaalde fase van een pandemie de politiek zich eigenlijk verstopt achter experten. Publiek gezondheidsbeleid bevat onvermijdelijk ook een strategie om met communicatie en media om te gaan. Ook daarover kunnen echter meerdere visies bestaan, de ene al autoritairder dan de andere. We hebben ook sterk ervaren dat die niet per se helemaal overlappen met de klassieke opdeling tussen links of rechts. 

Wat we ook ondervonden hebben is dat de bevolking zelf verdeeld is over de mate waarin een overheid paternalistisch kan optreden in een gezondheidscrisis. In elk geval toont dit dat de menselijke natuur deels wel elementen bevat die de mens vatbaar maakt voor een overheid die zich de een ‘ouderrol’ aanmatigt. In welke mate gaan segmenten van de bevolking zich ook meer als kind gedragen, als ze als kind worden aangesproken?

Fascinerende vragen genoeg die zich opdringen in deze tijden. Een exit uit de coronacrisis impliceert dan wellicht niet alleen het geleidelijk versoepelen van beperkende maatregelen. De vraag is ook in welke mate die exit een normalisering zal inhouden op het vlak van de relatie tussen de overheid en bevolking, bijvoorbeeld op het vlak van vrijheden en verantwoordelijkheden.

Alternatieven

Het is toch wel essentieel te erkennen dat verschillende landen wel degelijk andere keuzen hebben gemaakt. Zeker ook op het vlak van communicatie. Zo zijn er landen waar angst veel centraler stond in de overheidscommunicatie (om maatregelen te doen naleven) dan in andere landen. Het is belangrijk dat onderzocht wordt hoe finaal die alternatieven andere resultaten hebben opgeleverd, bijvoorbeeld ook voor de mentale gezondheid van kwetsbare groepen. 

Wat de (overheids)communicatie naar de bevolking betreft in tijden van crisis en pandemie bestaan er reeds lang inzichten. Glen Nowak van de CDC stelt: “Goede communicatie over gezondheid en risico betekent dilemma's delen, informatie vrijgeven en transparant zijn” Dick Thompson van WHO Pandemic and Outbreak Communication schoof vertrouwen, transparantie, vroegtijdigheid van communicatie (ook over onzekerheden), luisterbereidheid, en het belang van eerlijkheid, als principes naar voren*. Dat in sommige landen het er wel eens heel anders aan toe ging dan in deze aanbevelingen, roept toch vragen op die beantwoord mogen worden. Opnieuw is het opmerkelijk vast te stellen dat de communicatie in de coronacrisis in eigen land vaak zelfs niet gestuurd werd door aanbevelingen vanuit een deontologische code van de FOD volksgezondheid. Eerder werd die bepaald door de lijn die enkele experten zelf dachten te kunnen of moeten aanhouden (maar die wel erg gretig daarin gefaciliteerd werden door nogal wat media). 


Ivan Van de Cloot


*https://niemanreports.org/articles/communicating-news-of-an-outbreak/