woensdag 22 juni 2022

Burgerparticipatie, enkel voor de bühne?

Burgerparticipatie, enkel voor de bühne?

We stellen ons allemaal de vraag hoe we onze democratie opnieuw meer levenskracht kunnen geven. De particratie heeft zich heel goed bedeeld met de partijfinanciering. Tegelijkertijd voelen veel burgers zich nauwelijks vertegenwoordigd of betrokken.

Een belangrijke piste is burgerparticipatie. De creativiteit daarrond viert hoogtij. Participatieve, deliberatieve of aleatorische democratie zijn onderling fundamenteel verschillend.

Worden die burgerparticpatieprocessen echter werkelijk gebruikt met doel en praktisering zoals ze aangekondigd worden. Of werkt het in de praktijk toch wel eens anders uit? Het is in deze fase dat burgerparticipatie ook soms een industrie is geworden die zich als een olievlek verspreid over gemeenten, provinciebesturen, regio’s… wel gepast dat er gekeken wordt naar inconsistenties in de praktijk.

Een gevalstudie

De stad Gent is een grote trekker van burgerparticipatie. Tot er dan iets voorvalt waar burgers zich echt zorgen over maken. Zoals de centralisering de verschillende federale & lokale politiediensten in het vernieuwde complex van de politiekazerne in de Groendreef te Gent (1).  Het is bijna onvermijdelijk dat er hierbij bezorgde buren zijn die bijvoorbeeld bezorgd zijn over het rustige karakter van een buurt waar nu kinderen op straat kunnen spelen. Denk maar aan geluidsoverlast door sirenes en een pak meer verkeer. Buren hebben contact gelegd met de regie der gebouwen en de wijkagent. Echte inspraakmoment blijken er dan echter niet voorzien. Enkel informatieve sessies met geen plaats voor dialoog of vraagstelling. De vragen om de haalbaarheidsstudie in te zien worden afgewimpeld met het antwoord dat die geheim is tot de beslissing is gevallen. Er is geen sprake van openbare onderzoeken, laat staan informatieverstrekking in die richting. In een materie die toch net erg vatbaar zou moeten zijn voor burgerparticipatie, is dit toch wel opmerkelijk.

Ook op voorstellen van burgers van redelijke alternatieven komt geen antwoord. Uiteraard is het in dergelijke gevallen evengoed een probleem dat er NIMBY-fenomenen spelen waarbij mensen er niet in slagen het algemeen belang van een beslissing te accepteren. Het gaat er niet om hier een evaluatie te maken van de merite van het project van centralisering en locatie in de specifieke context van Gent.

Wel om te observeren dat voor een Gents bestuur dat "haar inwoners actief wil betrekken bij het beleid, een participatieve democratie waardig" en principieel kiest voor "voor opbouw van onderuit, zowel bij het opmaken als bij het uitvoeren van het beleid.", zoals te lezen valt in het eerste inhoudelijke hoofdstuk van het bestuursakkoord 2019-2024, p8,  het opvallend is dat de kloof met de belofte van burgerparticipatie en de concrete realiteit toch groot blijft.

Legitimiteit

Legitimiteit komt in drie uiteenlopende maar samenhangende gedaanten: input-, throughput- en outputlegitimiteit6 . Doet de overheid wat we van haar verwachten (output)? Komen de politieke beslissingen tot stand op een legitieme manier (throughput)? En voelen wij ons vertegenwoordigd en gehoord door de politiek (input) (2)?

Democratie wordt te vaak verengd tot burgerparticipatie aan de inputzijde. En zelfs dan gaat het vaak om de numerieke zijde, om quota, terwijl het punt van politieke ongelijkheid is dat de politieke agenda geen goede afspiegeling is van wat er leeft in de diverse groepen in onze samenleving. Slaagt het systeem erin om diezelfde burger ook op het terrein effectief openbare diensten en publieke goederen aan te bieden? De burger – als betrokken (affected) partij én als expert – wordt in de throughputfase stiefmoederlijk behandeld. Over de betrokkenheid van de burger bij evaluatie en bij het afleggen van rekenschap na de outputfase kunnen we beter zedig zwijgen.

Burgerparticipatie heeft als idee zeker enige merite. Iedereen die het een warm hart toedraagt, moet dan vooral ook waakzaam zijn voor excessen (3). Wat doen bv. gemeenten die een consultant inschakelen voor burgerparticipatie en vaststellen dat er van de 20 inschrijvingen slechts 10 opdagen. Wat is de meerwaarde van dergelijke oefeningen die alleen de meest betrokken of activistische burgers mobiliseren? In welke mate kan hiermee aan de slag gegaan worden tegenover de rest van de bevolking? Ook de financiële incentives voor de gemeenten kunnen een problematische rol spelen. Als bijvoorbeeld de rekening toch mag doorgestuurd worden naar de Vlaamse overheid is er al direct minder responsabilisering bij de gemeente om hier ernstig mee om te gaan?

(1)   Project Federale Politiesite Groendreef | Stad Gent

(2)   https://www.itinera.team/sites/default/files/content-documents/Politieke%20vernieuwing.pdf

Ivan Van de Cloot, 2020