zondag 5 november 2017

Moedige strijd voor gezond geld


Gezond geld?

De Europese Centrale Bank spreekt van een afbouw van de stimulus. Al 2000 miljard euro pompte ze in het systeem en recent besliste ze daar nogmaals 270 miljard euro aan toe te voegen. Terwijl de eerste interventies in de financiële crisis verdedigd konden worden om het instorten van het bankwezen te vermijden, ligt dat ondertussen al 10 jaar achter ons. De interventies nadien dienden vooral ter ondersteuning van Zuid-Europese staten en banken die wellicht beter ordentelijk ontbonden werden in plaats van kunstmatig in leven gehouden.

In mijn boek Roekeloos beschrijf ik hoe de ECB maar niet wil toegeven hoe gevaarlijk haar asymmetrisch beleid is. Het beleid is te soepel tijdens de periode dat de excessen in het economisch systeem worden opgebouwd en nadien wordt de schade voor de deelnemers aan de excessen kunstmatig beperkt. Op die manier creëer je ongewild een neiging om steeds tot nieuwe ontsporingen te komen. We spreken van het zogenaamde moreel risico of moral hazard: als je wel de winsten kunt inpikken die samenhangen met de zeepbel terwijl de schade achteraf in zekere zin verzekerd wordt door de maatschappij, dan zal er maar al te graag een beroep gedaan worden op die verzekering. Medisch onderzoek toont aan dat wanneer een klein deeltje van de hersenen beschadigd wordt (de amygdala), individuen grotere risico’s nemen. Te veel geldcreatie werkt als de verwijdering van de amygdala: een aansporing tot meer risiconame.

Voor het economisch beleid impliceert dat echter logischerwijze dat de centrale bank wel een soort risicomanagement moet toepassen om het opblazen van zeepbellen te verhinderen. Dan helpt het niet dat aan het hoofd van de centrale bank iemand staat die te gemakkelijk beïnvloed wordt door de tijdgeest die alle excessen rationaliseert. Het beleid is systematisch te soepel bij het opbouwen van excessen in het economisch systeem. Bovendien wordt de schade voor deelnemers systematisch kunstmatig beperkt. Door steeds de geldkraan open te draaien als een zeepbel barst maar niets te doen om ze preventief te doorprikken, zaait men systematisch de kiemen voor de volgende crisis.

Fundamenteel is een zeepbel een psychologisch gegeven, en het tijdstip bepalen waarop ze zal barsten, is een hachelijke onderneming. Op een bepaald moment transformeert de marktplaats van aandelen in een piramidespel. Hoewel een aandeel fundamenteel overgewaardeerd is, kan het immers blijven stijgen zolang er achter elke koper een andere staat die het aandeel nog tegen een hogere prijs wil kopen. We zien hier de kuddegeest in werking en gedurende een zekere tijd is die onoverwinnelijk. Hoe groter de zeepbel wordt, hoe minder sceptici er nog overblijven om tegen de stroom in te gaan.

We hebben er goed aan gedaan de brandweer te laten uitrukken, ook al was de brand veroorzaakt door partijen die onverantwoorde risico’s hebben genomen Maar we moeten bij de heropbouw ook brandmuren en brandmelders voorzien. Ondertussen zien we almaar meer tekenen dat heel het economisch systeem verslaafd is geworden aan noodmaatregelen die alleen maar tijdelijk getolereerd mogen worden.

Een vertrouwenscrisis zorgt ervoor dat de kudde collectief haar illiquide investeringen liquide wil maken. Het wordt pas hachelijk als de centrale bank ook steun geeft aan instellingen die niet louter een tijdelijk liquiditeitsprobleem hebben, maar fundamenteel insolvabel zijn geworden. Fundamenteel moeten de monetaire autoriteiten echter goed inzien dat ze vanaf nu hun handen en voeten zullen moeten vuil maken. De doctrine dat we de zeepbel niet kunnen doorprikken, maar achteraf het puin wel zullen opruimen, is onhoudbaar gebleken. Talloze goeroes zeggen dat beleggers riskeren beurswinsten aan zich voorbij te laten gaan als ze nu niet op de trein springen. Fundamenteel baseren ze hun koopadvies voornamelijk op de huidige lage rente. Deze is echter het gevolg van de beleidsreactie na het manifest aflopen van het vorige feestje. We staan dan ook vandaag al voor de test of de centrale bank in staat is krachtige beleidssignalen te geven om het feestje te stoppen, voor het uit de hand loopt. In het recente verleden of het nu ging over ontspoorde bankbalansen of overgewaardeerd vastgoed bleek onze centrale bank helaas niet in staat tegen de wind te leunen.

Je kunt geen fundamentele welvaart creëren door enkel bijdrukken van wat geld. Vroeger was onze geldhoeveelheid gelinkt aan de goudvoorraad van een nationale bank, wat de mogelijkheden beperkte om moeilijke keuzes te omzeilen door de geldpers op te starten. Het risico van fiat geld is echter dat de fundamenten van goed beheer vergeten worden en de geldpers te vlot gehanteerd wordt. Uiteraard kan in een periode waar zich grote schokken voordoen monetair beleid een belangrijke rol spelen, op voorwaarde dat het verantwoord gehanteerd wordt. Maar daar knelt het schoentje net. Leg maar eens uit dat je geen fundamentele welvaart kunt creëren door het bijdrukken van wat geld, als men via de televisie en media vijf jaar lang de boodschap verspreidt dat alles kan worden opgelost als we als consument het geld maar wat meer laten rollen

Moed van weleer

Uiteraard is het een eeuwenoud verschijnsel dat mensen overdrijven in goede jaren. Maar dit betekent wel dat het in slechte jaren extra moeilijk wordt. De inzet van het debat is hoe die kortzichtigheid aan banden gelegd kan worden. Voor het monetair beleid hebben we dit gedaan door de geldcreatie te delegeren aan een onafhankelijke centrale bank. De verleiding om te veel geld te drukken, had al te veel beschavingen ten gronde gericht.

Het is gepast te verwijzen naar de moed van Lucius Lamar die de staat Mississippi vertegenwoordigde in de Amerikaanse Senaat na de Burgeroorlog. Het waren de jaren van de zogenaamde "zilvergekte" waarbij velen pleitten voor het vrij munten van zilver tot munt om zo via inflatie de schulden weg te werken door een golf van "asset price inflation". Ondanks dat Lamar een landbouwstaat vertegenwoordigde uit het Zuiden bleef hij op gevaar voor lijf en leden pleiten voor "gezond geld". Dit vergde niet alleen veel politieke moed maar ook veel overtuigingskracht omdat economische ongeletterdheid de regel was. Bovendien beschouwden velen in het Zuiden het honoreren van de schulden opgelopen in de strijd tegen het Noorden sowieso als verwerpelijk. Toch slaagde hij erin om velen te overtuigen van het belang van gezond geld, ook voor de werkende klasse: "
"But, sir, we come with 
our convictions unchanged as to the necessity of the laboring classes of this country be- 
ing protected in all their rights and in all their interests, for when that class sinks, the 
entire fabric of our society must sink and crumble; but we come believing that they 
are honest, that they are patient, that they are self-reliant and true to their obliga- 
tions, and that what it is their duty to do they will feel it is to their interest to do. "

Vandaag hoeven centrale bankiers niet te vrezen voor hun herverkiezing. De vraag die ze zich moeten stellen, is in hoeverre ze vandaag evengoed het algemeen belang dienen door te waken over monetaire stabiliteit als Lucius Lamar dat deed die wel degelijk belangrijke persoonlijke risico's liep.
Ondertussen stemde de gevestigde macht in Mississippi voor instructies aan hun senator Lamar om mee te gaan in de geldcreatie. Lamar antwoordde echter dat hij als Senator de plicht had om zijn geweten te volgen in wat het best was voor de bevolking die hij vertegenwoordigde:
"
Mr, President : Between these resolutions and my convictions there is a great gall 
I cannot pass it. Of my love to the State of Mississippi I will not speak ; my life alone 
can tell it My gratitude for all the honor her people have done me no words can ex- 
press. I am best proving it by doing to-day what I think their true interests and 
their character require me to do. During my life in that State it has been ray privi- 
lege to assist in the education of more than one generation of her youth, to have giv- 
en the impulse to wave afber wave of the young manhood that has passed into the 
troubled sea of her social and political life. Upon them I have always endeavored to 
impress the belief that truth was better than falsehood, honesty better than policy, 
courage better than cowardice. To-day my lessons confront me. To-day I must be 
true or false, honest or cunning, faithful or unfaithful to my people. Even in this 
hour of their legislative displeasure and disapprobation I cannot vote as these resolu- 
tions direct. I cannot and will not shirk the responsibility which my position im- 
poses. My duty, as I see it, I will do ; and I will vote against this bill.
 
When that is done my responsibility is ended. My reasons for my vote shall be 
given to my people. Then it will be for them to determine if adherence to my hon- 
est convictions has disqualified me from representing them; whether a difference of 
opinion upon a difficult and complicated subject to which I have given patient, long- 
continued, conscientious study, to which I have brought entire honesty and singleness 
of purpose, and upon which I have spent whatever ability God has given me, is now 
to separate us; whether this difference is to override that complete union of thoogfat, 
sympathy, and hope which on all other and, as I believe, even more important sub- 
jects, binds us together. Before them I. must stand or fa11 ; but be their present decis- 
ion what it may, I know that the time is not far distant when they will recognize my 
action to^ay as wise and just; and, armed with honest convictions of my duty, I shall 
calmly await results, believing in the utterances of a great American who never 
trusted his country in vain, that " truth is omnipotent, and public justice certain." "
 
 PS; Het magazine Harper berichtte aldus over Lamar's "Silver Speech":
Harper's Weekly , February 16: 

It is a remarkable spectacle, that of Senators Lamar and Hill, on one side, earnestly 
and eloquently inpisting upon keeping faith and redeeming in their full spirit and in- 
tention the promise of the government, and, on the other, that of devoted supporters 
of the Union during the war now insisting that the government shall partially repu- 
diate its obligations in a way which will necessarily distress industry and labor. . . . 
If the action of Congress is to be accepted as the test, neither the Republican nor 
the Democratic party is the party of strict maintenance of the national faith. 
 

PPS: Lamar verdedigde zijn positie om niet de instructies en intuïties te volgen van zijn achterban die voordeel dacht te zien in massieve geldcreatie door te verwijzen naar een episode uit de oorlog:

"; that during the war he was coming over from Europe, and when
near Charleston the captain sent a lad (whose name he never shall forget, Willie Sum- 
mers) to climb the mast for the purpose of seeing if the port was blockaded ; that 
Willie, after reachincr the top, replied that he saw twelve ships on the north side of 
the harbor. The captain said : " Willie, that can*t be so ; they must be on the south 
side, for on the north side there is a sandbar upon which they will be stranded." 
Willie replied tliat they are on the north side, and that he saw thirteen now. The 
captain was a smarter man than Willie. He had as good eyes, but he had sent 
Willie up there to see, where he would have opportunity to observe; and he was will- 
ing to abide by his decision. 
 
En zo vervolgde Lamar:
"Thus itis, my countrymen, you have sent me to the 
topmost mast, and I tell you what I see. If you say I must come down, I will obey 
withoat a marmur ; but you can't make me lie to yoa ; bat if yoa return me, I will be 
true to love of country, truth, and God.  "
 
 
 
 








Van al te rimpelloze beurzen tot overgewaardeerd vastgoed: hebben de enorme hoeveelheden spotgoedkoop geld die centraal bankiers door de economie jagen te veel kwalijke neveneffecten? Nationale Bank-gouverneur Jan Smets wil er niet van weten. Maar helemaal zonder twijfel is hij niet.
Van al te rimpelloze beurzen tot overgewaardeerd vastgoed: hebben de enorme hoeveelheden spotgoedkoop geld die centraal bankiers door de economie jagen te veel kwalijke neveneffecten? Nationale Bank-gouverneur Jan Smets wil er niet van weten. Maar helemaal zonder twijfel is hij niet.
Van al te rimpelloze beurzen tot overgewaardeerd vastgoed: hebben de enorme hoeveelheden spotgoedkoop geld die centraal bankiers door de economie jagen te veel kwalijke neveneffecten? Nationale Bank-gouverneur Jan Smets wil er niet van weten. Maar helemaal zonder twijfel is hij niet.