vrijdag 19 augustus 2016

Elite

Migratie is een belangrijk onderdeel geworden van het maatschappelijk debat. Zij die het beleid voeren zijn echter door de band hooggeschoolden die in buurten wonen waar ze weinig in contact komen met het onderwerp van het debat.

Veel is al geschreven over de rol van de persoonlijke geschiedenis van Duits kanselier Angela Merkel bij haar positie. Als de facto belangrijkste politicus in het hedendaagse Europa krijgen haar overtuigingen uiteraard een ander gewicht dan wie dan ook. Toen zij haar befaamd statement maakte dat Duitsland 800.000 vluchtelingen wel aan kon, had dit dan ook een gigantische impact.

Stond zij voldoende stil bij het draagvlak hiertoe of deed dit er voor haar niet toe? Vaak wordt er verwezen naar haar opvoeding door haar vader, een dominee van Lutheraanse strekking en haar jeugd in Oost-Duitsland. Een opengrensbeleid voor meer dan een miljoen vluchtelingen zou daar dan de logische uitloper van vormen.

Moraalfilosofen benadrukken echter dat er een cruciaal verschil is tussen je eigen deur openzetten voor vluchtelingen dan wel je land een grote stroom vluchtelingen te laten accepteren. De concrete gevolgen van dit beleid wordt in disproportionele wijze ervaren door wie in armoedel leeft, in een verloederde buurt. De realiteit van botsende culturen, dagdagelijkse spanningen wordt ondergaan door hen die heel ver van de leefomgeving van Angela Merkel verwijderd zijn. Als mensen dan bang reageren, krijgen ze vaak een lawine van verwijten van xenofobie of racisme toegeslingerd. De elite die dit beleid besliste draagt nauwelijks iets van dergelijke gevolgen maar wordt wel humaan en kosmopolitisch betiteld. Het signaleren aan de goegemeente van je eigen kosmopolitisme wordt ongetwijfeld als een heldendaad gezien.

Oxfordeconoom Paul Collier argumenteerde recent dat heel het debat rond de vluchtelingencrisis onvoldoende onderbouwd verloopt. Collier is ook de econoom die in zijn boek (Exodus: how migration is changing the world) stelt dat een beetje migratie goed is voor een samenleving, maar te veel het onderlinge vertrouwen en de solidariteit kan ondergraven. Er wordt vaak nogal snel een intentieproces gemaakt van mensen die een voorzichtige houding aannemen tegenover een meer "genereuzere" aanpak van de vluchtelingenproblematiek. Zij die bijvoorbeeld onderlijnen dat het effectiever kan zijn om de vluchtelingen op te vangen in buurlanden van Syriƫ worden nogal eens onmiddellijk beschuldigd van racisme. Uiteraard mag het niet zomaar uitgesloten worden dat er minder behartenswaardige motieven meespelen. Anderzijds is het evengoed een instrumentaliseren van het debat als boude uitspraken vooral moeten signaleren dat we toch wel "goede mensen" zijn. Het werpt natuurlijk een heel ander licht op de zaak als je je afvraagt hoe we de vluchtelingen het best kunnen helpen, eerder dan onszelf hierbij zo goed mogelijk te voelen of voor te doen. Dan wordt het onvermijdelijk om onsympathieke analyses te maken. Zoals dat als we de Europese buitengrenzen niet bewaken er overal hekken zullen verschijnen binnen de EU. Zoals dat er een beperkte absorptiecapaciteit is en asielzoekers uit de Balkan geen beroep kunnen doen op het statuut van vluchteling. Als econoom maken we met de regelmaat van de klok mee dat beleidsmakers liever de realiteit negeren omdat die niet sympathiek genoeg oogt. In elk geval dienen we er meer bij stil te staan dat paraderen met ons geweten niet per se het meest gewetensvolle handelen impliceert