woensdag 29 mei 2019

Erken de breuklijnen

Erken de breuklijnen
Het legertje wetstraatwatchers heeft weer veel om handen bij de interpretatie van de verkiezingsuitslag en zijn implicaties. Mijn favoriete theorie is dat het Vlaams Belang gewonnen heeft door de grote invloed van sociale media. Met “favoriet” bedoel ik dat dit voor mij het handigste criterium is om snel te detecteren hoeveel ontkenningsgedrag er aanwezig is in de verschillende bubbles in de maatschappij. Elke zoveel jaar is de kiezer het zo beu dat hij een schok door het politiek landschap stuurt. Dat was ook zo in 1991. Toen bestond er nochtans geen twitter of facebook waarbij ik niet wil zeggen dat die geen rol spelen. Daarover wordt echter vooral veel onzin gespuid zonder onderbouw van feiten of evidentie. De technische term daarvoor is overigens “bullshit”. Daarmee zeg ik niet dat het zomaar onwaar is. Wel dat daarover veel beweerd wordt zonder evidentie.
Niet iedereen zit vandaag in de ontkenning en bij sommigen dringt het natuurlijk nooit echt door. Het gevaarlijkste is wanneer het maatschappelijk ongenoegen gewoon genegeerd wordt. Het pijnlijke is dat velen niet willen inzien dat een grote groep denkt dat men al lang potdoof is voor hun verzuchtingen. En het is allesbehalve zeker dat dit verbetert door de nieuwe samenstelling van het parlement.
De vraag is of het parlement de noden tegemoetkomt die uit de belangrijke breuklijnen in de maatschappij volgen. Breuklijnen en noden die beïnvloed worden door allerlei ontwikkelingen. Daar zijn de grote thema’s van de globalisering die volledige sectoren transformeren. Wat bedreigend is voor vele medeburgers die ervaren dat hun arbeidspositie in verdrukking komt. En uiteraard migratie die op verschillende groepen in de maatschappij een sterk verschillende impact uitoefent. Het is goed gedocumenteerd dat dit de bereidheid tot inkomensherverdeling en acceptatie van de welvaartstaat kan verkleinen Zo concludeerden Harvardprofessoren dat er in Europa traditioneel meer bereidheid is tot herverdeling vanwege de grotere culturele homogeniteit in Europa. In 1991 vond een meerderheid van de Britten (58%) dat de overheid meer geld moest uitgeven aan bijstandsuitkeringen, ook al zou dat leiden tot hogere belastingen; omstreeks 2012 was dat aantal gedaald tot een kleine minderheid (28%). Een grote instroom van migratie wordt als een verklaring daarvan gezien.
Maatschappelijk weefsel
In de jaren 1960 was er voldoende maatschappelijk optimisme om veranderingen te absorberen. Dat ligt vandaag wel anders. Het maatschappelijk weefsel is vandaag allesbehalve intact. In vele landen groeien stad en platteland steeds verder uit elkaar. In Frankrijk creëerde die socio-economische divergentie de voedingsbodem voor de beweging van de gele hesjes. Het antwoord van president Macron was dat hij het signaal van ongenoegen zou capteren waarna een “maatschappelijk debat” voor de televisiecamera’s volgde (en als dat niet werkt, dan maar de “matrak”). Nochtans is er ook in Frankrijk een gigantische geldmachine die middelen recycleert naar de provincies net om de economische centrifugale krachten te bestrijden. Het Verenigd Koninkrijk is uiteraard ook het land waar de periferie en Londen steeds verder uiteendrijven.
Het is ook niet zo simpel als de stad versus het platteland. In grote landen zien we echter “superster”-steden zoals New York, San Francisco, Londen die vooruit snellen onder meer in lonen die er uitbetaald worden voor de hooggeschoolden tegenover tweederangsteden. In Groot-Brittannië is dit een splijtzwam aan het worden waar we ons hier in Vlaanderen maar weinig bij kunnen voorstellen. Scholing begint daarbij nog een grotere differentiatiefactor te worden dan ooit voorheen. Dit wordt versterkt door allerlei sociale fenomenen als homogamie waarbij koppels meer en meer bestaan uit mensen met een gelijkaardig opleidingsniveau. Er kunnen meerdere doctoraten geschreven worden over de socio-economische factoren die de politieke ontwikkelingen in Ninove beïnvloeden. Hoogwaardige jobs hebben meer en meer een tendens tot concentratie in de grootste clusters. Het gaat echter niet alleen over het socio-economisch verzwakte weefsel van zo’n provinciestad. Evenzeer demografische instroom van nieuwe groepen zetten druk op dat weefsel. Het is natuurlijk op Vlaamse schaal wat niet dezelfde proporties inhoudt als de “broken cities” in grote uitgestrekte landen. In die landen groeien vandaag ook radicale ideeën om terug leven te pompen in steden van vergane glorie. Dit gaat van speciale ontwikkelingsbanken tot grote stimulansen voor topbedrijven om zich daar opnieuw te vestigen.
Connectie
Factoren die vroeger de boel gemakkelijker bijeen hielden, zijn vaak verdampt of staan onder druk. Dat is allemaal zorgwekkend genoeg maar dat wordt het nog meer als de politieke verantwoordelijken gedeconnecteerd zijn van de basis van de samenleving.
De politiek komt minder en minder toe aan een langetermijnvisie. Net op het moment dat er leiderschap nodig is dat vertrouwen in de toekomst kan opwekken nodig voor de verwerking van grote maatschappelijke veranderingen. Want ja, er moet tegelijkertijd beleid gevoerd worden om de huidige angsten te bezweren als dat de toekomst voorbereid moet worden. Mensen die bijvoorbeeld hun job verliezen door digitalisering moeten naar andere jobs worden geleid. En dat betekent ook dat de studies dat de VDAB daar in tekort schiet, aanleiding moeten zijn voor het afdwingen van betere performantie op dat vlak van het arbeidsagentschap. Op lange termijn is vooral kwaliteitsvol onderwijs de sleutel voor die veranderende wereld. Dat betekent dat alarmbellen moeten afgaan bij de indicaties over de niveaudaling in het onderwijs.
Mensen zijn in staat te begrijpen dat zaken complex zijn, als hen tenminste wordt uitgelegd waarom ook moeilijke beslissingen zich soms opdringen. Het is belangrijker dan ooit dat politici connectie maken met de bevolking die ze beweren te vertegenwoordigen. Vandaag zijn er nog te veel indicaties dat de urgentie onderschat wordt.

maandag 27 mei 2019

Worden we wakker?


Worden we wakker?

De kiezer heeft gesproken. En wie de democratie ernstig neemt, zou nu eindelijk wakker moeten geworden zijn. De voorbije maanden was er veel te doen over klimaatjongeren die op straat betoogden. 
Sommige partijen probeerden daarop meer in te spelen dan anderen maar nogal eens te vol van zichzelf en niet enkel gebaseerd op wetenschap en feiten zoals nogal eens gesteld. Terwijl zoveel afhangt van realiteitszin. Burgeractivisten kunnen in ons land inderdaad hun recht gebruiken om hun zorgen kenbaar te maken. Er zijn er die betogen omdat ze vrezen voor het einde van de wereld. Anderzijds zijn er die effectief moeite hebben om het einde van de maand te halen. In een democratische rechtstaat is het aan verkozen politici om alle vaak tegenstrijdige belangen te verzoenen. Alleen vinden veel politici het paradoxaal moeilijker te zien wat de kiezer zondag in het kieshokje wilde uitdrukken. 

Een ding staat echter als een paal boven water: er is een groot ongenoegen in ons land. Nu kunnen politieke gezagsdragers niet voor alles verantwoordelijk gehouden worden. De kern van waar ze dat wel voor kunnen, is de deugdelijkheid van het bestuur. En dat is alles behalve een triviaal thema. Als er iets zowel welvaart als welzijn van een bevolking significant beïnvloedt is het dat wel.
Het is belangrijk te erkennen dat ons land op heel wat maatstaven een heel middelmatige positie inneemt. We presteren onder ons niveau. We hebben een te lage tewerkstellingsgraad, een te hoge staatsschuld, een te dure overheid… De noordelijke landen doen het op veel vlakken heel wat beter. Het is belangrijk dat we meer ambitie ontwikkelen en dat zullen we dus niet doen door ons bijvoorbeeld enkel te vergelijken met een land als Frankrijk. Op de meer dan dertig indices die Itinera opvolgt, scoort België op zowat alles beter dan Frankrijk maar op bijna geen enkele beter dan een land als Zwitserland. We denken vaak dat we bij de besten horen, maar dat spoort niet met het totaalbeeld van de laatste decennia. Neem nu de competitiviteitsindex van het World Economic Forum, gebaseerd op zestig economische, ecologische en sociale criteria. Ons land is ondertussen weggezakt tot de eenentwintigste plaats. Nederland en Duitsland staan respectievelijk op plaats vier en zes. 

Ons voorstel is dat platgetreden paden verlaten worden en dat in plaats van een gebruikelijk regeerakkoord de ambitie hoger gelegd wordt. Waarom zou ons land geen doelstellingen voor meerdere legislaturen kunnen formuleren? Bijvoorbeeld: België moet de ambitie hebben om te presteren zoals Nederland en Duitsland, van de eenentwintigste naar de vijfde plaats in het Concurrentievermogen. Die index combineert overigens economische en financiële met sociale en ecologische indicatoren, en hun onderling evenwicht kortom: goed bestuur. De sleutel daarbij kan erin bestaat dat aan kennisinstellingen gevraagd wordt om concrete opties uit te werken hoe dergelijke ambitie te realiseren. Vandaag leeft er in het publiek debat vooral veel morele verontwaardiging, pure emotie… Mensen zijn in staat te begrijpen dat zaken complex zijn: als hen tenminste wordt uitgelegd waarom soms ook moeilijke beslissingen zich opdringen.
Deze week startte de zoektocht “waarom heeft men niet op ons gestemd?”. De onvrede van de bevolking heeft te maken met veel factoren. Een eerlijke aanpak van de uitdagingen inzake migratie en integratie hoort daarbij. Allerlei ondoordachte initiatieven die meer belastingen en administratieve last opleveren zeker ook. Nochtans zou niemand echt verrast mogen zijn. In talloze enquêtes blijkt al jaren dat het vertrouwen in de instellingen in ons land fors zwak noteert. 

Wat nodig is voor goed bestuur enerzijds en om de onvrede tegen te gaan anderzijds overlapt op korte termijn niet volledig. Op lange termijn is er geen alternatief voor beter bestuur en daadkracht beleid dat ook aantoont dat het algemeen belang hoger noteert dan partijbelangen. Mensen hebben een echt perspectief nodig eerder dan politici die enkel op de winkel passen, terwijl ze nogal eens het gevoel hebben dat het huis in brand staat.