Wetenschap en
beleid
Begin 2020
spraken velen grote hoop uit over hoe in ons beleid de rol van expertise eindelijk zou groeien. Gedurende
heel de coronacrisis hoorden we aanmaningen om 'de wetenschap te volgen'[1].
Inderdaad, zinnen als "volg de wetenschap" en "volg het
bewijs" werden een soort strijdkreet in de eerste maanden van de pandemie,
vooral inzake allerlei restricties.
Hopelijk is het inzicht ondertussen groter dat wetenschap vaak
vooral complex, onvolledig en zelden afgerond is. We hebben in de pandemie naast
voorbeelden van goede wetenschap ook heel wat problemen gezien. Nog te weinig
wordt er ook voor het grote publiek toegegeven dat het zogenaamde proces van ‘peer
review’ problemen kent. Alleen al door de explosie van publicaties wordt het
moeilijk maar ook allerlei biases verwant met tunnelvisie.
Zelfs wanneer het volgen van de wetenschap duidelijk lijkt,
is het niet aan wetenschappers om de waardeoordelen te maken die onvermijdelijk
zijn bij de uitvoering van het beleid. Vaak zijn er zoveel invalshoeken, zoveel
wetenschappelijke disciplines ook die aangesproken kunnen worden, dat zowat
altijd meer dan één beleidsoptie compatibel is met wat wetenschappers kunnen
aanreiken. Besturen is kiezen. Wetenschap kan in het beste geval aantonen wat
de impact van schoolsluitingen zijn op de verspreiding van het virus en de
gevolgen voor de leerachterstand van de kinderen. Wetenschap kan niet zeggen of
de scholen dan open of dicht moeten.
Adviescomités
Wie goed opgelet heeft, zag dat het vaak enkele
wetenschappers waren die waarschuwden dat in beleid het niet zomaar voldoende
is om de kreet te slaken “volg de wetenschap”. De werkelijkheid was dat
politici advies bekwamen via een complex netwerk van wetenschappelijke
adviescommissies. Het proces van het organiseren van kennis voor beleid door
middel van adviescommissies is zowel politiek als wetenschappelijk. Het gaat er
bijvoorbeeld al om dat meerdere wetenschappers tot verschillende inzichten komen.
In de coronacrisis zagen we ook dat meerdere landen tot ander beleid kwamen. Er
zijn landen waar er geen strikte lockdownpolitiek was. Aan de andere kant van
het spectrum had je Nieuw Zeeland en Australië met extreme restricties. Deze
verschillen worden verklaard door politiek en niet wetenschap.
Tradeoffs
Wat meerdere disciplines inzake volksgezondheid
gemeenschappelijk hebben met de economische discipline is de noodzaak om “tradeoffs”
duidelijk te presenteren aan de politieke beslissers. De economische wetenschap
is van meet af aan door kenners beschreven als de discipline die onbedoelde
neveneffecten van beleid moet blootleggen. Het is essentieel te toetsen of
beleidsintenties ook effectief gerealiseerd worden door het gevoerde beleid. De
vergelijking met de noodzaak om bij geneesmiddelen een goede bijsluiter met de
neveneffecten is een gepaste.
Een cruciaal onderdeel van beleidsevaluatie is dat deze
gebeurt met een blik op de brede impact. Evidentie verzamelen over beleidseffectiviteit
impliceert ook steeds een transparante bijsluiter over de beperkingen van
bijvoorbeeld biostatistische modellering. In het Verenigd Koninkrijk gebeurde
het dat de hoofdonderzoeker toegaf enkel “worstcase scenario’s” opgenomen te
hebben omdat de ervaring leerde dat alleen die scenario’s gebruikt werden door
de beleidsinstanties… Kleine veranderingen in de aannames van de modelmakers
kunnen grote effecten hebben op de schattingen en implicaties.
Chilling
Iets waar we het toch ernstig over moeten hebben, is de mate
waarin beperkingen werden toegepast op het vrije debat. Het is duidelijk dat
velen aarzelen om belangrijke discussies te voeren in het verhit klimaat waarin
we leven. Terughoudendheid wegens dergelijke chilling effecten is echter
problematisch. Ik ben persoonlijk
benieuwd hoe in de opleiding journalistiek gesproken zal worden over de
strategie van sommige experten die het tegensprekelijk debat wel erg moeilijk
hebben gemaakt. Debatten onder gezondheidseconomen over hun discipline
moeten de komende tijd wel erg boeiend worden.
Wetenschap censureert niet. In de loop van de pandemie
verwijderde YouTube video's van universiteitsprofessoren met onpopulaire
opvattingen. Het hele ideaal dat we ideeën moeten confronteren, bespreken,
debatteren en weerleggen, werd niet bepaald gehonoreerd. De meeste “dissidente”
ideeën zullen foutief blijken te zijn. Academische vrijheid omvat echter ook
het idee dat we toestaan dat veel mensen ongelijk hebben, zodat sommigen gelijk
kunnen hebben. Dat betekent niet dat we blindelings alles accepteren wat mensen
zeggen, in feite betekent dit het tegenovergestelde, we moeten ze ondervragen
en uitdagen. Het gaat erom een omgeving te creëren waarin mensen hun zaak
kunnen beargumenteren, zelfs als ze in eerste instantie onpopulair zijn.
Praktijk
Wat in theorie werkt, werkt in de praktijk niet altijd. Er zijn
onderzoekers gespecialiseerd in de studie van de kloof tussen wat werkt in
ideale omgevingen en wat werkt gezien de rommelige realiteit van de echte
wereld.[2]
In de coronacrisis hebben we vaak verwijten gezien aan het publiek dat ze aanbevelingen
niet opvolgden. Het is echter aan het beleid om te achterhalen waarom de boodschap
niet overkomt en hoe de acceptatie van het beleid te verbeteren. Wat er gebeurt
als wetenschap het echte leven ontmoet, is toch wel de essentie bij
overheidsbeleid[3].
Transparantie
Lang voor de coronacrisis[4]
schreef de topadviseur in Nature een oproep voor open debat en het transparant
maken van wetenschappelijk advies in het gezondheidsbeleid. In het VK zijn de
notulen van belangrijke adviesgroepen (waaronder SAGE) nog steeds niet
gepubliceerd. Er zijn ook in veel landen voorvallen waar belangrijke
wetenschappers geweerd werden uit adviescomités omdat ze belangrijke politici
hadden bekritiseerd[5]. Wat
ook meermaals werd aangetoond is dat wetenschappers in staat zijn om net dat
advies te formuleren waarvan ze weten dat de politiek verlangt.[6]
Academische integriteit en rekenschapsmechanismen in politiek en beleid zijn
fundamenteel als we willen komen tot een goede verhouding tussen wetenschap en
beleid.
Ivan Van de Cloot hoofdeconoom Itinera Institute en auteur
van het boek “Overheid+ Markt, het beste van beide werelden”
[1] Stevens,
A. Governments cannot just ‘follow the science’ on COVID-19. Nat Hum Behav 4, 560
(2020).
[2] Westerlund A,
Sundberg L, Nilsen P. Implementation of Implementation Science Knowledge: The
Research-Practice Gap Paradox. Worldviews Evid Based Nurs. 2019
Oct;16(5):332-334.
[3] Vinay
Prasad, What Does 'Follow the Science' Mean, Anyway? — Science is a tool, not a
prescription for policy on COVID-19, November 23, 2020 https://www.medpagetoday.com/opinion/vinay-prasad/89856
[4]Christl
A. Donne, Four principles for
synthesizing evidence Reward the creation of analyses for policymakers that are
inclusive, rigorous, transparent and accessible, Nature, Vol. 558, Juni 2018:
361-364
[5] https://www.theguardian.com/politics/2020/feb/19/drugs-advisory-panel-candidate-was-blocked-after-criticism-of-jeremy-hunt
[6] Stevens,
A. (2007). Survival of the Ideas that Fit: An Evolutionary Analogy for the Use
of Evidence in Policy. Social Policy and Society, 6(1), 25-35.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten