Voor al diegenen die denken dat wetenschap waardenvrij kan zijn, de woorden van Adam Smith, 1759: "The idea of the utility of all qualities of this kind, is plainly an after-thought, and not what first recommends them to our approbation."
Merk op dat hij hiermee niet zoals velen in de valkuil struikelt om waarden als tegengesteld te plaatsen van nuttigheid. Hij toont immers evengoed dat vertrouwen essentieel is om de markt te laten functioneren. Maar hij weigert waarden als puur instrumenteel te zien omdat ze ook bijdragen aan bv. het ordentelijk laten werken van het economisch systeem. Oliver Williamson verzette zich later ook tegen een instrumentele visie op waarden zoals vertrouwen.
In vele andere werken, blijven andere economen blind voor de oorsprong van de voorkeuren van de mens. In Accounting for Tastes zal Gary Becker wel het orthodox paradigma verlaten dat preferenties gegeven zijn en fenomenen incorporeren als gewoontes, verslavingen, sociale druk, liefde en sympathie.
De nieuwe institutionele school gaat in op de beperkte rationaliteit van de mens. Net instituties vormen in hun ogen mechanismen om aan die beperkingen een antwoord te bieden. Ze vervullen coƶrdinatierol met lagere transactiekosten als gevolg. Wel zag iemand als Douglas North in dat ze niet per se efficiƫnt zijn voor de maatschappij. Ze kunnen soms de transactiekosten voor sommigen reduceren maar ze verhogen voor anderen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten