Ook het politieke correcte denken (PC) heeft een voedingsbodem gehad. In zekere mate is het met name ontstaan als reactie tegen racisme en onderdrukking van minderheden. Het schuldgevoel ontsproten uit de tweede wereldoorlog in Europa en de slavernij en onderdrukking in de Verenigde Staten speelde daarbij zeker een rol. Dit heeft echter ook geleid tot een aantal ontsporingen zoals zelfhaat (“het blanke ras is de kanker in de menselijke geschiedenis") en bizarre debatten (“zwarten kunnen niet racistisch zijn”) in de Verenigde Staten maar ook bij ons.
"Since then, “politically correct” has come to be used to characterize curriculum revisions, campus speech codes, harassment policies, affirmative action in college admissions and hiring, the use of new descriptors for minorities (e.g.,African American,Native American, learning disabled), new NORMS for interacting with women and racial or cultural minorities (e.g.,avoiding genteel “ladies first” policies),and generally, to any change in language, policy, social behavior, and cultural representation that is aimed at avoiding or correcting a narrowly Eurocentric world view and the long-standing subordination of some social groups." http://cw.routledge.com/ref/ethics/entries/politicalcorrectness.pdfhttp://cw.routledge.com/ref/ethics/entries/politicalcorrectness.pdf
Vrije debat
In 1999 vond er een conferentie plaats in Johannesburg over
het onderwerp van politieke correctheid waarbij het naslagwerk concludeert dat dit
fenomeen allesbehalve geleid heeft tot een meer vrije en open samenleving. De
auteur van de inleiding stelt met name dat politieke correctheid
het open debat en de vrije uitwisseling van ideeën verhindert. Openhartigheid
wordt een bron van isolatie. “In our view, political correctness has become a
new and more sophisticated form of censorship.” (Erkens and Kane-Berman, 2000,
p. 2)
Een andere deelnemer stelt: “A timorous critic of
politically correct positions can be cowed into silence by the mere suggestion
that his or her views represent a disguised defence of the old order and show
an insensitivity to the plight of back people. . . . White intellectuals are
particularly susceptible to this kind of ad hominem attack, since
political correctness preys on white guilt” (Erkens and Kane-Berman, 2000, p. 23).
Een belangrijk onderdeel van het fenomeen is dat sprekers
geband worden van het spreekgestoelte aan universiteiten en elders omdat ze
bepaalde feitelijke analyses brengen, vaak over minderheden, die in het
verkeerde keelgat schieten. Een explosief voorbeeld betrof allerlei onderzoeken over verschillen inzake IQ en andere maatstaven tussen
bevolkingsgroepen. Bekend is de annulering van een lezing door
Nobelprijswinnaar James Watson in het Science Museum te Londen op 18 oktober
2007 nadat hij uitspraken had gedaan over intelligentieverschillen tussen
rassen[1].
Het is hoegenaamd geen recent fenomeen. De New York Times stelde in 1986 al dat
er veel te veel nadruk was op PC.
Dubbele standaarden
Het kan alleen maar aanzetten tot verbittering als taboes op
taalgebruik selectief functioneren. Zo waren er nogal wat stemmen in de zaak
van de Deense cartoons die stelden dat deze onnodig kwetsend waren voor gelovigen.
In welke mate hanteert men dezelfde norm als het over andere
geloofsovertuigingen betreft zoals de talloze keren dat Paus Benedictus (Ratzinger)
als Gods rottweiler werd beschreven?
Op sommige domeinen speelt het fenomeen veel meer een rol
dan op andere. De spanning loopt typisch hoger op bij onderwerpen van religie, geslacht of ras.
"That is, areas of social life that were conventionally taken to be a political, such as everyday language, the canon of literary classics, jokes, advertising, norms of politeness, hiring decisions, and sports funding, came increasingly to be seen as potential sites for enacting racism, sexism, and Eurocentrism." http://cw.routledge.com/ref/ethics/entries/politicalcorrectness.pdf
"That is, areas of social life that were conventionally taken to be a political, such as everyday language, the canon of literary classics, jokes, advertising, norms of politeness, hiring decisions, and sports funding, came increasingly to be seen as potential sites for enacting racism, sexism, and Eurocentrism." http://cw.routledge.com/ref/ethics/entries/politicalcorrectness.pdf
Gevolgen
Het concrete gevolg is onder meer dat sommige dingen niet
meer publiekelijk gezegd worden en dus verdrongen worden naar de private sfeer.
Sommige disciplines zijn echter veel meer gevrijwaard gebleven van het
fenomeen dan anderen. Met name is de wereld van de wiskunde en ingenieurswetenschappen redelijk gevrijwaard gebleven van het fenomeen.
Een paradox is dat in werken uit de geschiedenis er veel
meer ideeën geuit konden worden die vandaag onmiddellijk in beschuldigingen van
xenofobie, racisme, seksisme… eindigen. Het is essentieel te vermijden
dat het eenvoudig is om mensen monddood te maken die reële zorgen in de
maatschappij verwoorden. Het criterium dat dit dan wel aan goede smaak
beantwoordt, kan niet het laatste woord vormen.
De pogingen om stereotyperingen te bannen, hebben in sommige
gevallen werkelijk absurde proporties gekregen. “African Americans should not
be portrayed as athletes; Caucasians should not be portrayed as businesspeople;
men should not be portrayed as breadwinners; women should not be portrayed as wives
and mothers” (Ravitch, 2003, p. 27).
Dit is echter wat je krijgt als je vertrekt van het
criterium dat alles wat een student kan kwetsen of verontrusten in bijvoorbeeld
examenvragen verwijderd moet worden. Ravitch documenteert zelfs een aanklacht
tegen het opnemen van de fabel van Aesop “De vos en de kraai” in een cursus
omdat de ijdele en dwaze kraai vrouwelijk is en de vos mannelijk.
Het bestaan van een druk tot politiek correct denken zonder
dit te erkennen kan ook verstrekkende gevolgen hebben. Als mensen massaal het
gevoel krijgen dat hun zorgen niet ernstig genomen worden, kunnen ze zich zoals
recent gedemonstreerd in de Verenigde Staten ook in het stembureau balorig
opstellen.
Wat kan vandaag niet meer publiekelijk gesteld worden?
Zelfcensuur is uiteraard extreem moeilijk te detecteren. Alleen ikzelf weet wat
deze tekst bijvoorbeeld niet gehaald heeft, uit angst voor de gevolgen.
Misschien dat academici zelf echter goed in kaart kunnen brengen over welke
delen van hun onderzoek ze terughoudend zijn om ze publiekelijk te bespreken. Doris Lessing spreekt in haar essay “Censorship” (2001, p.
73) over de “tirannie van politieke correctheid” waarbij intimidatie, de angst
voor gevolgen voor broodwinning… de expressievrijheid beperken.
Als de leden
van een bepaalde bevolkingsgroep sterker vertegenwoordigd zijn in
criminaliteitscijfers, socialezekerheidsuitkeringen of wat dan ook, is
het onverantwoord dat te negeren. Het gevaar dat daaruit verkeerde
conclusies getrokken kunnen worden, betekent niet dat we er dan maar
blind voor moeten zijn. Laten we ook beseffen dat consensus niet tegen
elke prijs bereikt moet worden. Als de feiten niet beantwoorden aan wat
een bepaalde intelligentsia ons wil doen geloven, ‘tant pis’ dan.
Een voorbeeld is het fenomeen van victimisatie, waarbij het gedrag
van radicaliserende groepen praktisch verschoond wordt door de
omstandigheden waarin ze opgroeien. Het blijkt allesbehalve de regel te
zijn dat ze effectief systematisch in armoede opgroeien. De meest
gezochte man liep zelfs school op een prestigieus college in Ukkel. Het
is ook onze plicht om het vanzelfsprekende te zeggen: miljarden mensen
groeien op in armzalige omstandigheden zonder te radicaliseren. Beleid
en instituties kunnen een rol spelen, maar het is verleidelijk in de val
te trappen en de eigen verantwoordelijkheid van daders uit het oog te
verliezen.
Als de leden van een bepaalde bevolkingsgroep sterker vertegenwoordigd zijn in criminaliteitscijfers, socialezekerheidsuitkeringen of wat dan ook, is het onverantwoord dat te negeren. Het gevaar dat daaruit verkeerde conclusies getrokken kunnen worden, betekent niet dat we er dan maar blind voor moeten zijn. Laten we ook beseffen dat consensus niet tegen elke prijs bereikt moet worden. Als de feiten niet beantwoorden aan wat een bepaalde intelligentsia ons wil doen geloven, ‘tant pis’ dan.We mogen niet in de val lopen dat het hanteren van cijfers automatisch gelijkstaat met stigmatiseringEen voorbeeld is het fenomeen van victimisatie, waarbij het gedrag van radicaliserende groepen praktisch verschoond wordt door de omstandigheden waarin ze opgroeien. Het blijkt allesbehalve de regel te zijn dat ze effectief systematisch in armoede opgroeien. De meest gezochte man van België liep zelfs school op een prestigieus college in Ukkel. Het is ook onze plicht om het vanzelfsprekende te zeggen: miljarden mensen groeien op in armzalige omstandigheden zonder te radicaliseren. Beleid en instituties kunnen een rol spelen, maar het is verleidelijk in de val te trappen en de eigen verantwoordelijkheid van daders uit het oog te verliezen.We mogen niet in de val lopen dat het hanteren van cijfers automatisch gelijkstaat met stigmatisering
Toekomst
Voor iedereen oprecht bezorgd om het open debat is het
cruciaal te onderzoeken wat er gedaan kan worden om dit te vrijwaren. In de
Verenigde Staten was een belangrijk discussiepunt dat sommige partijen een
onevenredige grote toegang hadden tot gevestigde posities in de media. Het
lijkt in elk geval een aandachtspunt dat journalisten zelf niet in grote mate
steeds dezelfde overtuigingen delen.
Ook kan best in kaart gebracht worden in welke mate taboes
allerhande ervoor zorgen dat bepaalde problemen dreigen verwaarloosd te worden. Zo is het gemakkelijk voor een opgeleid lid van de elite om neer te kijken op de angst voor het vreemde wanneer hij of zij vooral in contact komt met buitenlanders op een manier die vooral zijn kennis, netwerk en bevoorrechte positie versterken. Anderen in de maatschappij zijn helemaal niet zo irrationeel als ze schrik hebben dat hun job onder druk komt door concurrentie uit het buitenland of vanwege nieuwkomers met andere gewoontes waarbij ze helemaal niet vertrouwd zijn.
Je ziet het veel tegenwoordig. Een lid van het establishment laat zich neerbuigend uit over groepen in de bevolking die zich laten leiden door ‘populistische’ neigingen. Het is inderdaad verleidelijk je vanuit Europa meewarig uit te laten over het fenomeen Donald Trump in de Verenigde Staten. Maar de echte vraag is hoe het zover is kunnen komen.
Zou het kunnen dat diegenen die de voorbije decennia de macht uitoefenden zelf een grote verantwoordelijkheid dragen? Misschien loopt die verantwoordelijkheid zelfs tot vandaag?
Wordt het dan geen tijd dat de bevolking wat minder neerbuigend wordt benaderd en dat wordt toegegeven dat er voor goed bestuur veel lessen te trekken vallen? Goed besturen vergt andere talenten dan mooie retoriek. Dat werd recentelijk misschien door niemand beter aangetoond dan door de Amerikaanse president Barack Obama.
Werk maken van een cultuur van verantwoording en transparantie lijkt een cruciale eerste stap. Verontwaardiging kan ook een gezonde evolutie op gang brengen, als ze tenminste aanzet tot kritische zelfreflectie.
Je ziet het veel tegenwoordig. Een lid van het establishment laat zich neerbuigend uit over groepen in de bevolking die zich laten leiden door ‘populistische’ neigingen. Het is inderdaad verleidelijk je vanuit Europa meewarig uit te laten over het fenomeen Donald Trump in de Verenigde Staten. Maar de echte vraag is hoe het zover is kunnen komen.
Zou het kunnen dat diegenen die de voorbije decennia de macht uitoefenden zelf een grote verantwoordelijkheid dragen? Misschien loopt die verantwoordelijkheid zelfs tot vandaag?
Wordt het dan geen tijd dat de bevolking wat minder neerbuigend wordt benaderd en dat wordt toegegeven dat er voor goed bestuur veel lessen te trekken vallen? Goed besturen vergt andere talenten dan mooie retoriek. Dat werd recentelijk misschien door niemand beter aangetoond dan door de Amerikaanse president Barack Obama.
Werk maken van een cultuur van verantwoording en transparantie lijkt een cruciale eerste stap. Verontwaardiging kan ook een gezonde evolutie op gang brengen, als ze tenminste aanzet tot kritische zelfreflectie.
Becker, Lawrence C., Charlotte B. Becker, , Political correctness, Encyclopedia of Ethics, 1337-1340
Erkens and John Kane-Berman (eds), Political Correctness in South Africa. Johannesburg: South African Institute of Race Relations, 2000, p. 519.
Hughes, Geoffrey, Political correctness: A history of semantics and culture. Oxford: Wiley-Blackwell, 2010
Hughes, Geoffrey, Political correctness: A history of semantics and culture. Oxford: Wiley-Blackwell, 2010
Lessing, Doris, “Censorship and the climate of opinion", In Derek Jones (ed.), Censorship: A World Encyclopedia. London, 2001
Ravitch, Diane, "The Language Police: How Pressure Groups Restrict What Students Learn", 2003
Geen opmerkingen:
Een reactie posten