Voedselrisico’s
Sommige lezers herinneren nog dat ik in 2014 het boek
Roekeloos publiceerde dat de analyse maakte over de systemische zwaktes van het
financieel stelsel. Na de dissectie van de falingen van de systeembanken ging de tweede helft van het boek over de schuldencrisis van
de overheden. De analyse was toen al dat de roekeloosheid van centrale
banken veel risicovol gedrag stimuleren door hun goedkoopgeldbeleid. De
hoge inflatie vandaag kan daar helaas niet los van gezien worden.
De excessen in de markt worden inderdaad vaak mogelijk
gemaakt en nog opgejaagd door te soepel monetair beleid. De crisis van de
voedselprijzen heeft echter ook naar analogie met de bankencrisis een meer systemische
kant. Kritische economen maken de analyse dat het financieel systeem leidt
onder het probleem van “de lange keten”. Zeker als daardoor de moraliteit van
verantwoordelijkheid verzwakt kan dat ziekelijk problematisch worden. Denk aan
banken die voor 2008 rommelkredieten doorverkochten op een wijze dat niemand
nog wist welk risico er bij de bron genomen werd. In tegenstelling tot het
relatiebankieren waar Adam Smith als grondlegger van de economische wetenschap
voor stond, waren we beland in wat ik noemde de “transactiegebaseerd” financieel
kapitalisme. Kort gezegd een rit “van relatiebankieren naar transactiebankieren”.
Robuust voedselsysteem
Over naar de voedselsector. George Monbiot van de Guardian
stelt in zijn nieuw boek “Regenesis: Feeding the World without Devouring the
Planet” dat er ook in het voedingstelsel een structurele en reeds lang groeiende
systeemcrisis aan het woeden is. Waar ik hem volg is dat het steeds opletten is
voor ontsporingen omdat de menselijke overmoed ons nu eenmaal vaak parten
speelt. Dit gekoppeld met cognitieve verblindingen van allerlei aard.
Als er over onze voedselbevoorrading zelfgenoegzaamheid en overmoed
bestaat, dan heeft die blindheid wellicht zijn wortels in het idee dat er
zoveel decennia een dalende tendens was bij het aantal ondervoede mensen op
wereldschaal. Die curve kan velen in slaap gewiegd hebben. Critici stellen dat kenmerken
die het voedselstelsel minder kwetsbaar maken op belangrijke knooppunten verzwakt
zijn. In plaats is een grotere convergentie en synchronisatie van bedrijfsstrategieën gekomen. Minder redundantie,
modulariteit en backupsystemen dus. Volgens
een bepaalde benadering controleren vier mastodonten tot 90% van de mondiale
graanhandel.
De kernvraag is of ons voedselsysteem robuust is. Op dit
moment lijkt het toch gerechtvaardigd te zijn om te stellen dat het dit in de
grotere mate is dan veel andere systemen. Het heeft zeker een veerkracht want
ook tijdens de coronacrisis is er steeds een aanbod geweest ondanks vragen daarover.
Uiteraard is het een complex systeem wat dus zwakke plekken kan bevatten zonder
dat we ze gemakkelijk weten te identificeren. Een betrouwbaar systeem bevat
redundantie wat betekent dat er duplicatie is ingebouwd zodat er bij falen een
terugvalpositie is. Om de fragiliteit van een systeem te reduceren mag het
falen op een bepaald punt niet het hele netwerk bedreigen. Dit impliceert economisch
typisch best een diversiteit aan zakenmodellen. In de financiële crisis waren
te veel banken op exact dezelfde wijze bezig.
Er zijn tendensen van eenzijdigheid met een afnemend divers ecosysteem inzake voedsel. Evengoed moet ook gesteld worden dat er voor veel voedingselementen ook ruime alternatieven bestaan.
Bevoorrading: Westen versus de rest
Persoonlijk denk dat we zeker waakzaam dienen te zijn voor
boven beschreven risico’s. Het Westen lijkt minder kwetsbaar te zijn in zijn
voedselsysteem dan andere delen van de wereld (1).
De coronacrisis toonde paradoxaal echter ook aan dat internationale handel als
een buffer kan functioneren waarbij een tekort op één continent gelenigd kan
worden door aanbod komende van een ander continent. Met name lijkt Europa hier een
groot voordeel uit te halen maar een continent als Afrika dat op zoveel wijzen
al fragiel is, veel minder (2).
Uiteraard ondervinden we in de Europese Unie ook problemen van stijgende
voedselprijzen door de combinatie van de pandemie en vooral de invasie van
Oekraïne. Dit betekent echter niet dat de markt niet werkt, in tegendeel.
Wat landen in het Westen toch moet bezig houden is de mate dat
de financialisering ook in de voedingssector kwetsbaarheden heeft
binnengeloodst. Concentratie van de markt in slechts enkele sleutelspelers en
te hoge schuldposities blijken dan ook de kwetsbare plekken die niet onderschat
mogen worden. Een van de meest frustrerende elementen van de bankencrisis was
dat de bevolking dacht dat gegeven haar belang problematische ontwikkelingen in
financiële sector toch wel ernstig en kritisch opgevolgd worden. Gegeven het
belang van de voedselsector voor de mens zou het erg zijn, moesten we tot de
ontnuchtering komen dat het risico voor een voedselcrisis op wereldschaal
onvoldoende geanticipeerd wordt.
Betaalbaarheid
Om de betaalbaarheidscrisis voor de hele wereld aan te
pakken, is het belangrijk dat het conflict met Rusland niet inhoudt dat het landbouwareaal
van Oekraïne voor een lange termijn onbeschikbaar blijft. Een van de kwetsbaarste
punten, ook in het Westen, is de beschikbaarheid van kunstmest. Volgens de
Green Markets North America Fertilizer Price Index zijn de kunstmestprijzen bijna 150% hoger dan vorig jaar. Dit hoeft echter niet de
voedselbevoorrading in het Westen te rantsoeneren. Onze
voedselproductie is in Vlaanderen voor de helft afhankelijk van het gebruik van
kunstmeststoffen. Indien dierlijke mest op een correcte manier bewerkt wordt, kan
dit een aanvaardbare alternatief vormen voor chemische kunstmeststoffen.
Daarvoor moet Vlaanderen wel bereid
zijn om aan de EU te vragen de Nitraatrichtlijn aan te passen wat een meer
circulair gebruik van dierlijke mest mogelijk maakt. Het is een voorbeeld van
de wijze waarop flexibiliteit toelaat om de voedselbevoorrading te verzekeren. Europa lijkt nog marge te hebben vooraleer het zelf in een gevaarzone komt van voedselveiligheid. Wel zou het door wendbaar beleid zelf kunnen bijdragen aan het tegemoetkomen van zorgen over voedselvoorziening elders. In
2011 pleitte ik in het landbouwmagazine Landgenoten van VILT reeds voor meer
prudentieel denken over landbouwbeleid met gepaste plaats voor buffers en afbouw
van kwetsbaarheden. Zoals The Economist stelde, creëert momenteel de combinatie van tegenvallende oogsten in China door overvloedige regenval, hitte en droogte in India maar ook de VS en Afrika uitzonderlijke stress op het voedselsysteem. Voor ons is momenteel essentieel dat de globale handel zijn rol van buffer kan naast de bereidheid om verstandig om te springen met reguleringen die in crisistijden flexibeler bekeken dienen te worden. (3)
(2) Assessing the evolving fragility of the global food system - IOPscience
Geen opmerkingen:
Een reactie posten