vrijdag 31 maart 2023

schoonheid

Het Federaal Kenniscentrum Gezondheidszorg (KCE) liet vorige week weten dat de uitgaven van de ziekteverzekering voor plastische ingrepen in ons land in elf jaar tijd meer dan verdubbeld zijn. In 1995 betaalde het Riziv 78.000 plastische ingrepen terug. Dat kostte toen 10,1 miljoen. In 2006 was het aantal ingrepen gestegen tot 110.000, met een kostprijs van 21,1 miljoen. Veel ingrepen (35.800) werden uitgevoerd om brandwonden en huidtumoren te herstellen. Van de ingrepen op oogleden, neus, buik en borsten zit echter een derde in de schemerzone tussen puur esthetische ingrepen en medisch verantwoorde reconstructies. Los van ieders mening is het sowieso economisch niet vanzelfsprekend dat de ziekteverzekering daarvoor moet tussenkomen. Laten we beginnen met een aantal feiten. Mooie mensen verdienen meer dan minder mooie mensen. Hoe we dat weten? Uit hard economisch onderzoek gepubliceerd in the American Economic Review: mooie mensen verdienen 5 procent meer dan mensen met een gemiddeld uiterlijk. Het verschil in verloning tussen de 'gemiddelde' en de lelijke mens is nog groter: 9 procent . Als die Amerikaanse resultaten ook opgaan voor België, bedraagt de 'premie voor schoonheid' ongeveer 1.600 euro, terwijl het inkomensverlies voor de minder mooie medemens tot 2.900 euro per jaar zou oplopen. Uiteraard wordt daarbij gecorrigeerd voor andere eigenschappen zoals opleiding, leeftijd en geslacht. Meten is weten, maar hoe meet je schoonheid? De onderzoekers vroegen aan de enquêteur om de geïnterviewde ook een rating of waardering toe te kennen op een schaal van één tot vijf (opvallend mooi, bovengemiddeld voor zijn/haar leeftijd, gemiddeld, benedengemiddeld voor leeftijd, lelijk). Uiteraard is schoonheid relatief: als norm verschuift ze bijvoorbeeld in de tijd. In de periode van Rubens werden magere mensen als een slechte keuze op de arbeidsmarkt beschouwd maar ook in het huwelijk. Ook van cultuur tot cultuur durft het concept schoonheid te verschillen: het plaatsen van een schijf in de lip om die uit te rekken wordt bij ons meestal niet als mooi beschouwd, wel zo bij de Ubangi in Oost-Congo. Enigszins verrassend misschien is dat academici het roerend eens zijn dat er in een bepaalde cultuur op een bepaald moment een grote consensus bestaat over de schoonheidsnorm, en dat dat slechts langzaam verandert. Overigens hangt niet alleen het wat vage concept 'schoonheid' positief samen met inkomen, ook voor de lengte geldt dat. De helft van de mannelijke gedelegeerd bestuurders van de top 500-bedrijven in de VS bleken meer dan 7,5 centimeter langer dan de gemiddelde Amerikaanse man. 30 procent van hen meet zelfs meer dan 1,88 meter (tegen 3 procent van de bevolking). Meer algemeen blijkt dat per centimeter die een blanke man meer meet, hij 1,5 procent meer verdient. Een andere studie toont dat blanke vrouwen die aan obesitas lijden 17 procent minder maandloon mee naar huis brengen. Opvallend is dat dat verschil niet bestaat voor mannen. Recent onderzoek schrijft 20 procent van de schoonheidspremie toe aan het feit dat mooiere mensen meer zelfvertrouwen hebben. De meesten onder ons zullen dergelijke schoonheidspremie aanvaardbaar vinden in de wereld van film en televisie. Het zal voor iedereen duidelijk zijn dat er een groot welvaartsverlies gecreëerd zou worden als de overheid zou dicteren dat Phaedra Hoste als model vervangen zou moeten worden door ondergetekende. De markt kent een premie toe in domeinen waar uiterlijke kenmerken belangrijk zijn. Uiteraard is uiterlijke aantrekkelijkheid niet gelijk verdeeld over de bevolking, maar dat geldt niet enkel voor uiterlijke kenmerken. Zoals burggraaf Mark Eyskens pleegt te zeggen: als er iets ongelijk verdeeld is, dan is het wel intelligentie, alleen denkt iedereen over een even grote dosis te beschikken. Een scheve verdeling in schoonheid dus: moet de overheid interveniëren om deze sociale onrechtvaardigheid te bekampen, bijvoorbeeld door plastische chirurgie te subsidiëren? Dat lijkt toch niet zo een goed idee. Schoonheid is namelijk een relatief concept: als iedereen plastische chirurgie ondergaat, zal de rangschikking op zich niet wijzigen. Voor een individu kan het rationeel zijn om hier geld aan te spenderen, maar voor de maatschappij als geheel zou dit overeenkomen met verspilling van middelen. Als we bovendien daarin gaan tussenkomen, moeten we dat dan ook doen in de partnerkeuze: wat is er immers nog onrechtvaardiger dan de mogelijkheid voor aantrekkelijke mensen om hoogverdienende partners aan te trekken? Gaan we straks ook een bezoek aan het schoonheidssalon terugbetalen? -- Ivan Van de Cloot is hoofdeconoom van Itinera Institute, een onafhankelijke denktank voor duurzame economische groei en sociale bescherming. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten