Besluitvorming
in de coronacrisis
De
coronacrisis heeft in dit land al veel opmerkelijke discussies opgeleverd, niet
in het minst over hoe besluitvorming tot stand komt. In maart 2020 spraken
velen grote hoop uit over hoe in ons beleid de rol van expertise eindelijk zou
groeien. Persoonlijk zag ik echter ook al veel problemen opdoemen die zich ook
effectief hebben voorgedaan. De samenstelling van adviescommissies en welke
disciplines daarin wel en niet vertegenwoordigd zijn is al een cruciale keuze. Uiteraard
is hun deskundigheid essentieel maar evengoed gaat het om de mate waarin ze
zich houden aan hun rol.
Vanaf de
eerste dag vond ik het evident dat er 1 woordvoerder zou aangesteld worden die
als ambtenaar deze rol zou opnemen. Als zijn of haar geloofwaardigheid door
welke reden dan ook aangetast zou worden, kon die onmiddellijk vervangen
worden. Het is vanzelfsprekend dat we het probleem aankaarten dat de crisis te
veel vanuit een beperkte set aan disciplines beheerd werd.
Brede
maatschappelijke impactanalyse
Hoewel het
grote knelpunt het aantal bedden op intensieve zorgen bleek (daarover een
andere keer meer), is het extreem belangrijk dat finaal beslissingen gebaseerd
worden op een impactanalyse voor alle relevante maatschappelijke dimensies. Inzake
het medische luik alleen al is er zoveel meer dan alleen covid. In de
literatuur wordt er gesproken over fenomenen als groepsdenken en tunnelvisie.
We zien soms dat die termen als een belediging benoemd worden, maar dat
bevestigt eigenlijk net de analyse. Mensen met een sociaal wetenschappellijke
achtergrond zullen altijd ervan uitgaan dat dergelijke problemen in elk comité
of vergadering kunnen optreden. Het vergt al een bepaalde ingesteldheid om te
denken dat jouw commissie daar niet kwetsbaar voor kan zijn.
Gezondheidseconomie
Een goede
evaluatie van het beheer van de coronacrisis zal wellicht pas binnen enkele
jaren gebeuren. Daarvoor moet immers niet alleen gekeken worden naar
oversterfte door covid maar ook de impact op heel de maatschappij gaande van
mentale gezondheid, over economische ontwrichtingen tot cognitieve impact op
kinderen. In feite is dit waartoe de gezondheidseconomie als discipline een
onderbouwd kader en instrumenten voor aanreikt. Ook in andere landen kwam dit
echter slechts heel problematisch aan bod. In Nederland waren er zelfs een
aantal gezondheidseconomen die zich terugtrokken uit het debat op aanbeveling
van de veiligheidsdiensten na zware bedreigingen.
Bij gebrek
aan een integral afwegingskader zoals aangeboden door de gezondheidseconomie
krijg je al te vaak rapporten die wel gewag maken van de problemen van
uitgestelde zorg, sociale en psychische kosten maar waar die fenomenen niet
echt expliciet gewogen worden tegenover de directe gezondheidsheidschade inzake
covid. Nochtans zou het de politieke keuze veel explicieter maken als
beslissers werkelijk de afweging zien tussen bijvoorbeeld gewonnen levensjaren
vandaag versus door covid versus verloren gezondheidsjaren later. Het niet-benoemen
ervan verhindert niet dat je finaal die afweging wel doet. Je wil ze natuurlijk
wel zo onderbouwd mogelijk doen en daarom moet je ze expliciteren.
Het is een
wetenschappelijk feit dat bijvoorbeeld de opgelopen leerachterstand ten gevolge
van schoolsluitingen en lange quarantaines mogelijk meer levensjaren kunnen
kosten dan COVID-19 zelf. Net zoals het bijvoorbeeld voor Nederland geraamd kan
worden dat uitstel en afstel van reguliere zorg voor kankerpatiënten 750.000
verloren levensjaren met zich mee kan brengen de volgende 5 jaar. Dit is een
veelvoud van het aantal levensjaren dat in 2020 en 2021 door corona direct verloren
is gegaan... (1)
Niet alleen
hebben we wetenschappelijke kennis over de impact van leerachterstand maar ook
van huiselijk geweld dat stijgt tijdens lockdowns, de impact van stress en
angst op geboortes.. (2)
Zou finaal
zo’n expliciete afweging in een coherent kader een verschil gemaakt hebben? Onvermijdelijk
wel, maar hoe precies blijft natuurlijk speculatief. Hoe gaan ze er bijvoorbeeld
mee om dat in de besluitvorming voor de recurrente gezondheidsuitgaven een norm
van 80.000 euro voor een extra levensjaar wordt gebruikt en het er nu met
schoolsluitingen en uitgestelde zorg erop neerkwam dat deze norm tot wel
tienmaal overschreden werd (3)? Ik hoop dat wetenschappers meer en meer onderbouwde
en brede afwegingskaders zullen benutten om het lange termijnbeleid te
onderbouwen.
Chilling
effecten
Het is
duidelijk dat velen aarzelen om belangrijke discussies te voeren in het verhit klimaat
waarin we leven. Dat veel gezondheidseconomen erg afwezig waren in het debat
zal daar wellicht verband mee houden. Terughoudendheid wegens dergelijke
chilling effecten om de vergelijking tussen verloren levensjaren door covid
zelf en lagere levensverwachting door schoolachterstand te maken is echter problematisch.
De realiteit is immers wat ze is. Discussies worden vaak gevoed door onbegrip
over de methode. Het is bijvoorbeeld niet zo dat goede economische evaluaties
blind zijn voor de gevolgen van grotere virusverspreiding. Al heel vroeg
ontwikkelden belangrijke economische onderzoekers modellen (bv. een zogenaamd
meervoudig risico SIR-model) die zowel de virologische evolutie van de pandemie
als de bredere maatschappelijke factoren integreerden (4). Zo’n analyse kan
bijvoorbeeld aantonen dat een schoolsluiting niet meer doet dan een besmetting
van vandaag reduceren voor een besmetting iets later. Misschien is het wel zo
dat er te weinig kennis was in andere disciplines over de modellen ontwikkeld
door economen terzake. Misschien kan dit benoemd worden als een probleem van
interdisciplinariteit waarbij de beoefenaars van de ene discipline te weinig
zicht hebben op wat er gebeurt in andere disciplines. Het afwegen van kosten
van verloren levensjaren door covid tegenover nevenschade leidt overigens nooit
tot de conclusie dat er geen ingrijpen nodig is op viruscirculatie. Wel leidt
de afweging veel sneller tot het aanbevelen van selectieve maatregelen in
tegenstelling tot algemene lockdowns (5). Debatten onder gezondheidseconomen
over hun discipline moeten de komende tijd wel erg boeiend worden.
Ivan Van de
Cloot
(1) Baarsma,
B., Eline van den Broek-Altenburg, Gerard van den Berg en Coen Teulings
'Langetermijnbelangen worden bij aanpak corona veronachtzaamd' – ESB, 10 juni
2021
(2) Almond,
D., J. Currie en V. Duque (2018) Childhood circumstances and adult outcomes:
act II. Journal of Economic Literature, 56(4), 1360–1446.
(3) Teulings,
C. School-closure is counterproductive and self-defeating, Covid Economics,
Issue 69, 18 February 2021, CEPR Press (pp 166-175)
(4) Daron
Acemoglu & Victor Chernozhukov & Iván Werning & Michael D.
Whinston, 2021. "Optimal Targeted Lockdowns in a Multigroup SIR
Model," American Economic Review: Insights, American Economic Association,
vol. 3(4), pages 487-502
(5) Miles,
D., Stedman, M., & Heald, A. (2020). Living with COVID-19: Balancing costs
against benefts in the face of the virus. National Institute Economic Review,
253, R60–R76. Rowthorn, R., & Maciejowski, J. (2020). A cost–beneft
analysis of the COVID-19 disease. Oxford Review of Economic Policy, 36(S1),
S38–S55.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten