Gemeentefusies en goed bestuur
We moeten eens ernstig praten over gemeentefusies in
Vlaanderen. Iedereen die de agenda van goed bestuur een warm hart toedraagt,
heeft ondertussen goed de dorpspolitiek van het landelijke Boortmeerbeek
opgevolgd. Net een week geleden kondigde de gemeentebesturen van Boortmeerbeek
en Mechelen aan dat ze in 2025 wilden fuseren. Donderdag waren zelfs 1000
mensen van de 13000 Boortmeerbeekenaren afgezakt naar het gemeentehuis voor een
soort openluchtvergadering met de burgemeester Derua.
Het is duidelijk dat vooral de wijze waarop tot de grote
commotie leidde. Anno 2022 vinden veel burgers het niet meer van deze tijd dat
ze op dergelijke wijze van zoiets ingrijpends op de hoogte worden gesteld. Er
is echter wel meer dat bij de ontstentenis een rol speelde. Zo is de het beeld
dat een kleinere gemeente opgeslokt zou worden door het grote Mechelen erg
problematisch. Zeker ook omdat Mechelen al jaren bekend staat als een stad met
een enorme schuld per hoofd van de bevolking (3400 euro per inwoner) en de
indruk dat de 13000 inwoners van Boortmeerbeek (407 per inwoner schuld) hier mee
voor moesten opdraaien vernietigend. Dat Derua dan feitelijk erop kan wijzen
dat ook de kleine partij er financieel voordeel bij heeft, maakt dan niet veel
indruk. Voor burgers met interesse voor het bredere plaatje begint daar net de
echte discussie.
Financiële prikkels
Vlaanderen neemt voor 500 euro per inwoner schulden over van
de fusiegemeenten. Voor Mechelen-Boortmeerbeek zou het om zowat 50 miljoen
euro gaan. Ook krijgt de fusiegemeente jaarlijks 10 miljoen meer uit het
gemeentefonds. Het is daarom dat burgemeester Derua kan stellen dat door de fusie
er veel meer investeringsbudget beschikbaar komt. Samen levert dit echter wel
een speciale cocktail op die sommigen ‘typisch Vlaams’ zouden noemen. Als we in
het verleden over gemeentefusies spraken, dan was dit met het oog op het
verlichten van het overheidsbeslag en het zoeken naar efficiëntieverbetering in
het land. Nu zien we dat burgemeesters een fusie proberen aan de man en vrouw
te brengen met de boodschap dat ze geen invloed zou hebben op het personeel en
bijvoorbeeld ook het gemeentehuis behouden blijft. Het valt bijna niemand op
dat het argument om de lasten voor de belastingbetaler te drukken blijkbaar niet
beschouwd wordt als de grote hefboom. Denken onze politici dan echt dat de burgers
niet wakker liggen van de hoogte van de rekeningen?
Niet alleen moet de belastingbetaler in de rest van
Vlaanderen een deel van de lokale schulden overnemen, er wordt trots getoeterd
dat door de fusie men aanspraak zou kunnen maken op meer middelen van de hogere
overheid. Er wordt dus vooral gesproken over “meer uitgaven” en districten als
motivatie voor de fusie.
Goed bestuur
Er zijn nog wel wat haken en ogen aan het thema van de
gemeentefusie. In welke mate zitten we door de financiële prikkels die
Vlaanderen creëerde niet met een afbreuk aan de responsabilisering van de
politiek. Het waren gemeenten die schulden opbouwden door hun uitgavenbeleid
uit het verleden. En nu zouden ze de lasten daarvoor kunnen afwentelen op de
rest van Vlaanderen? Denk hierbij ook aan de pensioenrekening op lokaal niveau
die voortkwam uit het lokale personeelsbeleid.
En wat denken van het feit dat er nu initiatieven zijn om gemeentefusies
vooral te stimuleren of mogelijk te maken tussen een stad en een kleinere
gemeente. Is het werkelijk zo dat uit dergelijke fusie de grootste verbetering,
bijvoorbeeld inzake efficiëntie te rapen valt? Of speelt hierbij een andere
agenda? Ik onderstreep in mijn boek “Overheid plus Markt” dat er redenen zijn om
te stellen dat sommige gemeenten beter zouden inzetten op fusies en
samenwerkingsverbanden. Nederlands onderzoek over gemeentefusies leert ons dat
succes bij fusies niet vanzelfsprekend is. Het kabinet-Rutte II streefde
aanvankelijk naar een radicale vermindering van het aantal gemeenten.
Opschaling zou de bestuurskracht van gemeenten vergroten, en volgens het
regeerakkoord op termijn een miljard euro aan kosten besparen. Deze verwachting
werd echter niet ingevuld. Het is belangrijk dat de voorwaarden om tot
succesvolle fusies te komen in kaart worden gebracht.
Afstand met de burger
Persoonlijk vind ik dat er ook wel goed nieuws uit het
verhaal te rapen viel. We kregen immers een bevestiging dat de burger zich wel
degelijk betrokken voelde bij het beleid. Zozeer dat er zelfs veel mobilisatie
van burgerinitiatieven waren op zo’n korte tijd. Net dat is een grote troef van
het lokale bestuur: de nabijheid met de burger. Laat dat zeker ook een factor
zijn die meeweegt in onze discussies over de wenselijkheid van gemeentefusies.
Ivan Van de Cloot hoofdeconoom Itinera Institute en auteur
van het boek “Overheid+ Markt, het beste van beide werelden”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten