Voor mijn interview net voor het debat over zijn werk: http://youtu.be/d3VqBoNoOgA
Een interessant punt in het debat was dat duidelijk werd dat Chang erg argwanend is tegenover protectionisme vanwege een rijk land als België vandaag. Dit was ongetwijfeld een groot moment van teleurstelling voor velen in België die dachten in hem een medestander te vinden voor hun protectionistische lobby. Mijn punt was alvast een vrees voor het hellend vlak. Eenmaal je protectionisme toelaat, gaat elke sector in het land stellen dat het een "infant industry" is.
Enerzijds het brede publiek dat een introductie in de verschillende economische scholen meekrijgt. Dit is in elk geval erg nuttig omdat in huidige debatten economen al te vaak simplistisch ingedeeld worden in de weinig zeggende categorie van het neoliberalisme versus “goede economen”. Alvast persoonlijk hoop ik door een lezer van dit werk nooit meer omschreven te worden als een “neoliberale econoom”. Ook al besef ik dat het hokjesdenken te verleidelijk is. Chang neemt nochtans dezelfde stelling in als mezelf: uit elke economische school kan je iets nuttig meenemen en origineel denken doe je niet door gedachteloos een dode econoom na te praten. Bovendien weet ik dat weinige collega’s de tijd nemen om zowel Von Hayek als Marx, zowel Keynes als Friedman, zowel Schumpeter als Stiglitz te lezen.
Dat brengt me bij de tweede doelgroep van Changs boek: de
economenprofessie zelf. Opnieuw deel ik zijn analyse dat de mainstream vandaag
te eenzijdig de mathematische methode als criterium hanteert voor
kwaliteitsvolle bijdragen. Zoals ik in het debat stelde, kunnen we ook vandaag
nog iets leren van Alfred Marshall die niets tegen wiskunde op zich had om de
eerste analyse te maken. Marshall zei wel dat na die eerste stap, de volgende
erin moet bestaan om de bevinding in begrijpelijke woorden te formuleren en als
men daar niet in slaagt het resultaat als waardeloos te verwerpen.
Doordat Changs boek op die twee benen steunt, betekent het
wel dat het werk zelf niet meer dan een eerste stap kan zijn. In feite kan het
gelezen worden als een ambitieuze onderzoeksagenda. Zowel Chang als mezelf hebben nog een vak "Geschiedenis van het economisch denken" achter de kiezen. Voor hen met een honger naar kennis is de stap dan snel gezet om zelf te blijven lezen en studeren in de materie. Ik kan de lezer van deze blog dezelfde tip geven als ik woensdag gaf aan Chang: je kan Schumpeters "History of Economic Analysis" zomaar gratis downloaden op digamo.free.fr/schumphea.pdf : 1321 pagina's gaande van Aristoteles, de scholastici, de fysiocraten tot de moderne economie. Ideaal om op je I-Pad te plaatsen.
Het werk van James Buchanan als voorbeeld van political economy
Wat de lezer wel mag weten is dat die ambitie om naast "economics" opnieuw "political economy leven in te blazen niet nieuw is maar in de voetsporen treedt van indrukwekkende voorgangers. Met name verwijs ik naar Nobelprijswinnaar James Buchanan die in talloze boeken de economie opnieuw als politieke economie herformuleerde. Tijdens het debat zei Chang dat hij niet de ambitie had om zich ook op filosofisch ijs te begeven gezien zijn beperkte vertrouwdheid daarmee. Dat kan als een te prijzen bescheidenheid opgevat worden maar anderzijds is het wel een onvermijdelijke stap als we Changs project ernstig nemen. En dan kunnen we bijvoorbeeld veel leren uit Buchanans werk omdat hij daar net zijn levenswerk van maakte. Dat is natuurlijk wel een formidabele taak omdat een nieuwe politieke economie meer vereist dan dat economen tweedehands handelaars worden in oude ideeën. Daartoe is inderdaad vereist dat niet slechts een handvol economen die onderzoeksagenda opnemen.
Buchanan schrijft in "What should economists do", dat onze taak vooral pedagogisch is. De ogen openen voor "unintended consequences". Wijs mensen op de gevaren van utopisme. Beleid dat sympathiek lijkt (bv huur reguleren, plafonneren) kan net ertoe leiden dat er nauwelijks nog aanbod is van goed huurwoningen. In die pedagogische optiek is het niet de taak van de econoom om stemadvies te geven maar wel zorgen dat mensen weten tot wat naïef beleid kan leiden. Ik geef een voorbeeld: Peter Mertens had als verkiezingscampagne de stelling dat de overheidsschuld moest kwijtgescholden worden. Omdat Mertens denkt dat die schuld inhoudt dat de markten de overheid kan disciplineren. Het is de taak van de econoom erop te wijzen dat als de overheid haar schuld niet honoreert, al het spaargeld en pensioenfondsen waardeloos wordt want dat is vandaag grotendeels belegd in staatsobligaties. Dus een sympthiek voorstel blijkt waanzinnige gevolgen te hebben voor de "gewone man". Buchanan wil dat "economics" als aparte discipline ontstaat naast "political economy". In economics gaan we positivistisch gedrag proberen te verklaren. Hij spreekt over "objective" theory versus "subjective" theory. Buchanan zet zich af van de praxeology van Von Mises omdat deze volledig "nonoperational" is: de theorie kan niets meer verklaren. De mens handelt zoals hij handelt: "it can explain any conceivable action that a person might be observed to take, the obverse is of course that the theory can really explain nothing at all". Verhelderend vind ik de referentie naar een paper waar empirisch nagegaan wordt in hoeverre dieren rekening houden met de wet van de vraag: als de opportuniteitskost van een goed stijgt, gebruiken ook dieren er minder van. http://www.jstor.org/discover/10.2307/2936137?uid=3737592&uid=2&uid=4&sid=211044281269
De economie kan wel degelijk een voorspellende kracht kan hebben maar meestal slechts op een bescheiden wijze. Het is belangrijk die beperkingen te kennen.Wellicht iets meer verklarende kracht op het microeconomisch vlak terwijl in de macroeconomie onze capaciteit tot voorspellingen en verklaringen veel beperkter zijn.
Buchanan is ook erg kritisch voor de bijdragen van Ludwig von Mises die hij "flawed" vindt: "There is a legitimate domain for predictive economic theory". Voor de details van die kritiek verwijs ik naar Buchanans "Domain of Subjective Economics: Between Predictive Science and Moral Philosophy".
Vervolgens kan je in Buchanans "Law and the invisible hand" zijn positionering tegenover Hayek lezen: "my discussion will be critical of the position by Hayek, whose ideas I respect and admire". Hij stelt dat Hayek tekortschiet in het onderscheid te maken tussen de positieve an normatieve implicaties van de spontane coordinatie. De instituties van de wet zoals door de geschiedenis tot stand gekomen zijn niet onvermijdelijk de beste. Buchanan gaat ervan uit dat ze steeds hervormd kunnen worden om ze "efficiënter" te maken: "But warnings against unnecessary and illtimed interferences with legal institutions should not extent to the point of inhibiting against effort at improvement, which seems to me to be the position Hayek's argument forces upon us". Wel is er een goed begrip nodig waarom en hoe de wetten en juridische instituties tot stand zijn gekomen (the law grows as Hayek stresses, it is not made).
Hayek is voor Buchanan te kritisch tegenover "constructivistische" pogingen om de wetten "beter" te maken. Daar onderscheidt buchanan zich want hij denkt dat je wel op een verantwoorde conservatieve manier de ambitie kan koesteren om net dit te doen. Hij geeft het voorbeeld van een strand waar de "anarchie"positie is dat iedereen er zijn afval achterlaat.
"The
economist can and should suggest the enactment of a rule, a law that
would impose fines on persons who litter the beach, a rule that is
deliberately constructed for the attaining of an end result, the
cleanliness of the beach"
In volume 17 van Buchanans Collective Works (Moral science and Moral order) zit er ook een correspondentie tussen hem en de liberal Warren Samuels die hem aanpakt voor zijn "contractarian views". en met name zijn ethische imperatief van "unanimity" (pareto principe) tegenover meerderheidsbeslissingen. Warren Samuels verwijt hem: jouw systeem geeft "established" rights te veel privilege = als die geconcentreerd zijn in de handen van een handevol, is dit tegenstijdig met de notie van vrijheid inclusief wijde diffusie van rechten en macht. Samuels is duidelijk ook thuis in de Marxistische dialectiek: "yours may well be an idealist position when mine, perhaps the realist position says that you are trying to simulate with logic what is in reality a function of power, knowledge and psychology" en nog: "the basic contract" is only a framework within which power play takes place.
Interessant is dat beiden akkoord gaan met de "cupidity of the powerful and on the foolishness of many others" maar dat ze daar andere conclusies uittrekken.
Op Buchanans "in my vision, the status quo does have a unique place, for the simple reason that it exists and hence offers the starting point for any peaceful (contractual) change" antwoordt Samuels met "as for this status quo, it is not contractual and there is no justification for giving it such preeminent status simply because it is in existence and requiring contractual change from now on". Samuels schrijft verder: "It allows the privileged in the status quo to hold out and to perpetuate themselves by being able to withold their consent".
Het werk van James Buchanan als voorbeeld van political economy
Wat de lezer wel mag weten is dat die ambitie om naast "economics" opnieuw "political economy leven in te blazen niet nieuw is maar in de voetsporen treedt van indrukwekkende voorgangers. Met name verwijs ik naar Nobelprijswinnaar James Buchanan die in talloze boeken de economie opnieuw als politieke economie herformuleerde. Tijdens het debat zei Chang dat hij niet de ambitie had om zich ook op filosofisch ijs te begeven gezien zijn beperkte vertrouwdheid daarmee. Dat kan als een te prijzen bescheidenheid opgevat worden maar anderzijds is het wel een onvermijdelijke stap als we Changs project ernstig nemen. En dan kunnen we bijvoorbeeld veel leren uit Buchanans werk omdat hij daar net zijn levenswerk van maakte. Dat is natuurlijk wel een formidabele taak omdat een nieuwe politieke economie meer vereist dan dat economen tweedehands handelaars worden in oude ideeën. Daartoe is inderdaad vereist dat niet slechts een handvol economen die onderzoeksagenda opnemen.
Buchanan schrijft in "What should economists do", dat onze taak vooral pedagogisch is. De ogen openen voor "unintended consequences". Wijs mensen op de gevaren van utopisme. Beleid dat sympathiek lijkt (bv huur reguleren, plafonneren) kan net ertoe leiden dat er nauwelijks nog aanbod is van goed huurwoningen. In die pedagogische optiek is het niet de taak van de econoom om stemadvies te geven maar wel zorgen dat mensen weten tot wat naïef beleid kan leiden. Ik geef een voorbeeld: Peter Mertens had als verkiezingscampagne de stelling dat de overheidsschuld moest kwijtgescholden worden. Omdat Mertens denkt dat die schuld inhoudt dat de markten de overheid kan disciplineren. Het is de taak van de econoom erop te wijzen dat als de overheid haar schuld niet honoreert, al het spaargeld en pensioenfondsen waardeloos wordt want dat is vandaag grotendeels belegd in staatsobligaties. Dus een sympthiek voorstel blijkt waanzinnige gevolgen te hebben voor de "gewone man". Buchanan wil dat "economics" als aparte discipline ontstaat naast "political economy". In economics gaan we positivistisch gedrag proberen te verklaren. Hij spreekt over "objective" theory versus "subjective" theory. Buchanan zet zich af van de praxeology van Von Mises omdat deze volledig "nonoperational" is: de theorie kan niets meer verklaren. De mens handelt zoals hij handelt: "it can explain any conceivable action that a person might be observed to take, the obverse is of course that the theory can really explain nothing at all". Verhelderend vind ik de referentie naar een paper waar empirisch nagegaan wordt in hoeverre dieren rekening houden met de wet van de vraag: als de opportuniteitskost van een goed stijgt, gebruiken ook dieren er minder van. http://www.jstor.org/discover/10.2307/2936137?uid=3737592&uid=2&uid=4&sid=211044281269
De economie kan wel degelijk een voorspellende kracht kan hebben maar meestal slechts op een bescheiden wijze. Het is belangrijk die beperkingen te kennen.Wellicht iets meer verklarende kracht op het microeconomisch vlak terwijl in de macroeconomie onze capaciteit tot voorspellingen en verklaringen veel beperkter zijn.
Buchanan is ook erg kritisch voor de bijdragen van Ludwig von Mises die hij "flawed" vindt: "There is a legitimate domain for predictive economic theory". Voor de details van die kritiek verwijs ik naar Buchanans "Domain of Subjective Economics: Between Predictive Science and Moral Philosophy".
Vervolgens kan je in Buchanans "Law and the invisible hand" zijn positionering tegenover Hayek lezen: "my discussion will be critical of the position by Hayek, whose ideas I respect and admire". Hij stelt dat Hayek tekortschiet in het onderscheid te maken tussen de positieve an normatieve implicaties van de spontane coordinatie. De instituties van de wet zoals door de geschiedenis tot stand gekomen zijn niet onvermijdelijk de beste. Buchanan gaat ervan uit dat ze steeds hervormd kunnen worden om ze "efficiënter" te maken: "But warnings against unnecessary and illtimed interferences with legal institutions should not extent to the point of inhibiting against effort at improvement, which seems to me to be the position Hayek's argument forces upon us". Wel is er een goed begrip nodig waarom en hoe de wetten en juridische instituties tot stand zijn gekomen (the law grows as Hayek stresses, it is not made).
Hayek is voor Buchanan te kritisch tegenover "constructivistische" pogingen om de wetten "beter" te maken. Daar onderscheidt buchanan zich want hij denkt dat je wel op een verantwoorde conservatieve manier de ambitie kan koesteren om net dit te doen. Hij geeft het voorbeeld van een strand waar de "anarchie"positie is dat iedereen er zijn afval achterlaat.
In volume 17 van Buchanans Collective Works (Moral science and Moral order) zit er ook een correspondentie tussen hem en de liberal Warren Samuels die hem aanpakt voor zijn "contractarian views". en met name zijn ethische imperatief van "unanimity" (pareto principe) tegenover meerderheidsbeslissingen. Warren Samuels verwijt hem: jouw systeem geeft "established" rights te veel privilege = als die geconcentreerd zijn in de handen van een handevol, is dit tegenstijdig met de notie van vrijheid inclusief wijde diffusie van rechten en macht. Samuels is duidelijk ook thuis in de Marxistische dialectiek: "yours may well be an idealist position when mine, perhaps the realist position says that you are trying to simulate with logic what is in reality a function of power, knowledge and psychology" en nog: "the basic contract" is only a framework within which power play takes place.
Interessant is dat beiden akkoord gaan met de "cupidity of the powerful and on the foolishness of many others" maar dat ze daar andere conclusies uittrekken.
Op Buchanans "in my vision, the status quo does have a unique place, for the simple reason that it exists and hence offers the starting point for any peaceful (contractual) change" antwoordt Samuels met "as for this status quo, it is not contractual and there is no justification for giving it such preeminent status simply because it is in existence and requiring contractual change from now on". Samuels schrijft verder: "It allows the privileged in the status quo to hold out and to perpetuate themselves by being able to withold their consent".
Op de kritiek van zij die nogal eens stellen dat economen
hun mond moeten houden want dat alles uiteindelijk politiek is, antwoord ik steevast: "eerst
objectiveren dan pas politiseren". Dit lijkt me in lijn met Samuels analyse: "I emphasize knowledge is a basis for action, thereby making
choice and the art of the possible more informed, trying to minimize or
at least identify any values that creep in".
Kortom, voor diegenen die graag nadenken over economie als morele discipline, het normatieve versus positieve debat in de economie (in welke mate kan economics dan wel political economy waardenvrij zijn...) is Buchanan een goed vertrekpunt.
Economics and Its Scientific Neighbors 3
The Domain of Subjective Economics: Between Predictive Science and Moral Philosophy 24
The Related but Distinct ‘‘Sciences’’ of Economics and of Political Economy 40
Rational Choice Models in the Social Sciences 55
An Ambiguity in Sen’s Alleged Proof of the Impossibility of a Pareto Libertarian 71
Choosing What to Choose 80
Law and the Invisible Hand 96
On Some Fundamental Issues in Political Economy: An Exchange of Correspondence (James M. Buchanan and Warren J. Samuels) 110
Economic Analogues to the Generalization Argument (James M. Buchanan and Gordon Tullock) 142
Monetary Research, Monetary Rules, and Monetary Regimes 146
2.Belief and Consequence
The Potential for Tyranny in Politics as Science 153
Belief, Choice and Consequences: Reflections on Economics, Science and Religion 171
3.Moral Community and Moral Order
Moral Community, Moral Order, or Moral Anarchy 187
Moral Community and Moral Order: The Intensive and Extensive Limits of Interaction 202
A Two-Country Parable 211
Economic Origins of Ethical Constraints 215
4.Moral Science, Equality, and Justice
Political Economy and Social Philosophy 235
An Individualistic Theory of Political Process 251
Constitutional Democracy, Individual Liberty, and Political Equality 266
Equality as Fact and Norm 281
Political Equality and Private Property: The Distributional Paradox 297
Fairness, Hope, and Justice 311
5.Contractarian Encounters
Rawls on Justice as Fairness 353
A Hobbesian Interpretation of the Rawlsian Difference Principle 360
The Matrix of Contractarian Justice (James M. Buchanan and Loren E. Lomasky) 379
Notes on Justice in Contract 403
The Libertarian Legitimacy of the State 415
Utopia, the Minimal State, and Entitlement 429
The Gauthier Enterprise 437
Constructivism, Cognition, and Value 459
The Domain of Subjective Economics: Between Predictive Science and Moral Philosophy 24
The Related but Distinct ‘‘Sciences’’ of Economics and of Political Economy 40
Rational Choice Models in the Social Sciences 55
An Ambiguity in Sen’s Alleged Proof of the Impossibility of a Pareto Libertarian 71
Choosing What to Choose 80
Law and the Invisible Hand 96
On Some Fundamental Issues in Political Economy: An Exchange of Correspondence (James M. Buchanan and Warren J. Samuels) 110
Economic Analogues to the Generalization Argument (James M. Buchanan and Gordon Tullock) 142
Monetary Research, Monetary Rules, and Monetary Regimes 146
2.Belief and Consequence
The Potential for Tyranny in Politics as Science 153
Belief, Choice and Consequences: Reflections on Economics, Science and Religion 171
3.Moral Community and Moral Order
Moral Community, Moral Order, or Moral Anarchy 187
Moral Community and Moral Order: The Intensive and Extensive Limits of Interaction 202
A Two-Country Parable 211
Economic Origins of Ethical Constraints 215
4.Moral Science, Equality, and Justice
Political Economy and Social Philosophy 235
An Individualistic Theory of Political Process 251
Constitutional Democracy, Individual Liberty, and Political Equality 266
Equality as Fact and Norm 281
Political Equality and Private Property: The Distributional Paradox 297
Fairness, Hope, and Justice 311
5.Contractarian Encounters
Rawls on Justice as Fairness 353
A Hobbesian Interpretation of the Rawlsian Difference Principle 360
The Matrix of Contractarian Justice (James M. Buchanan and Loren E. Lomasky) 379
Notes on Justice in Contract 403
The Libertarian Legitimacy of the State 415
Utopia, the Minimal State, and Entitlement 429
The Gauthier Enterprise 437
Constructivism, Cognition, and Value 459
Geen opmerkingen:
Een reactie posten