Om het klimaatprobleem op een systemische wijze aan te
pakken is een beprijzing van de CO2-uitstoot cruciaal. Dit kan via een CO2 taks
of via emissiehandel. Het eerste is veel krachtiger, maar er werd gekozen voor
het tweede. Omdat het politiek beter uitkomt. In een theoretisch vacuĆ¼m van
perfecte informatie zijn de twee equivalent. Met al haar kennis zou de overheid
de koolstofprijs kunnen vastleggen of de hoeveelheid geproduceerde CO2 bepalen
en toestaan dat deze verhandeld wordt om zo tot een prijs te komen. Waarom we
echter markten nodig hebben is omdat we niet over perfecte informatie
beschikken.
Wat gebeurt er in de realiteit als we de verkeerde inschatting
hebben gemaakt bij het opstellen van de prijs die we bijvoorbeeld zouden
koppelen aan de lozing van kwik in een rivier door een fabriek? Kwik is gift en
zelfs een kleine hoeveelheid vervuiling zou ernstige gevolgen hebben. Daarom is
het belangrijker dat we de hoeveelheid direct reguleren eerder dan de prijs.
Het proberen via een heffing zou desastreus kunnen zijn.
Inzake klimaatverandering liggen de zaken anders omdat een
beperkte hoeveelheid CO2 meer of minder geen groot verschil maakt. Stel dat we
gebruik maken van emissiehandel en dus de hoeveelheden reguleren. Als we de
kost onderschat hebben van het reduceren van emissies, kan dit extra ontwrichtend
zijn met weinig extra baten. Daarom is het beter via prijsregulering te werken
en dus rechtstreeks op de prijs te werken, eerder dan de hoeveelheden.
Weitzman, Martin L. (1974) “Prices vs. quantities.” Review of Economic Studies, 41: 477-491.
Hepburn, Cameron (2006) “Regulation by prices, quantities, or both: A review of instrument choice” Oxford Journal of Economic Policy, 22(2): 226-247.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten